hij den laatsten tijd leed, niet langer kunnen uithouden en heeft zich opgehangen. Het doet mij denken aan iemand die alleen door hevige kiespijn gedwongen zijn kies laat trekken. Zoo was het met hèm, zelfmoord was het laatste waar zijn natuur hem toe gebracht zou hebben. Ik heb niemand gekend met zulk een capaciteit om het leven in zijn eenvoudigste uitingen geheel te genieten zonder achtergrond of bijgedachte, als een kind. Twee dingen kon hij maar niet verdragen: hardheid en lelijkheid op ieder gebied in menschen en dingen; dan leed hij. En de grond van zijn ziel was affektie. Zoo gaan de goe den!...' Zijn zoo gelukkig huwelijk Kort na haar huwelijk, dat overigens kinderloos bleef, leg de Jo Bauer haar penselen neer. Haar man en haar huis houden vroegen al haar aandacht. Oscar Mendlik zei later venijnig (in zijn hieronder genoemde Herinneringen) dat zij 'het hele huis pijnlijk netjes hield'. Maar nog in 1965 toonde het Algemeen Handelsblad (van 12 januari) alle begrip voor haar keuze: 'Zijzelf was toen al een begaafde schilderes, dacht met haar werk te kunnen doorgaan maar het kon niet! Eenmaal voor de ezel, zag zij alleen haar werk en wist van geen tijd. En dat mocht niet en kon ook niet, want Bauer was niet heel sterk. Er moest op tijd voor alles worden gezorgd daarbij moest het gezin in eigen onderhoud voorzien en ook nog zorgen voor Bauers moeder. Er moest wel degelijk goed gerekend worden en dit alles was de taak van de jonge Jo Bauer. Het kan dus niet! Zij was er niet de persoon naar om de dingen half te doen, dus heeft zij het schilderen toen opgegeven. Bauer was haar grote liefde En voor het geval de stilte en de druipende bomen in Aerdenhout haar te machtig werden, had ze haar stadse vriendinnen die idolaat waren van haar man en haar huis. 'Er te logeeren', schreef Lizzy Ansingh in diezelfde Dameskroniek, 'was waarlijk verrukkelijk.' En vol verering ging zij verder: 'Het groote atelier te mogen binnentre den, waar Bauer ons zijn werk liet zien, telkens een soort van plechtigheid. Hij was een stil, buitengewoon harmo nisch mensch, van weinig woorden, maar in die eerste jaren van zijn zoo gelukkig huwelijk weet ik zeker, dat alles wat zijn vrouw betrof, hem interesseerde, en hij behagen schepte in de dwaze verhalen, die haar vriendin nen uit de stad meebrachten. Hij had veel humor en illus treerde soms plotseling, met een paar lijnen, allergeestigst, wat wij hem verteld hadden. Of zei, raak en nuchter, een paar woorden, die een geval plotseling van een andere zij de verlichtten, die ons frappeerden, omdat wij aan die verlichting nooit zouden hebben gedacht. Als iets hem Foto van Marius in atelier. tegenstond, had hij een manier even de hand op te heffen, die onvergetelijk is voor wie die beweging eens hebben gezien. Dat hij ons werk kwam zien, ons raad gaf, het was iets, waarvan de schilderessen niet hadden gedroomd. Zijn onfeilbaar oog voor compositie en toon, zijn uiterst verfij nde smaak heeft er ons dikwijls voor bewaard, leelijke dingen de wereld in te sturen. Wij, die niet zijns gelijke waren, en dat nooit vergaten voelden ons soms in aller lei kleinigheden toch door hem begrepen, door zijn felle opmerkingsgave en zijn humor. Zoo hadden wij heerlijke uren; het is niet mogelijk zich de vroolijkheid van vroeger te herinneren zonder een traan.' Een zekere poëzie Ook met Oscar en Julie Mendlik beleefden de Bauers vaak 'heerlijke uren'. 'Er ging haast geen week voorbij, dat wij niet, óf bij de een óf bij de ander, gezellig samenzaten,' zegt Oscar Mendlik in zijn Herinneringen aan Aerdenhoutse kunstenaars. In dit typoscript, opgetekend in de jaren vijftig en deels al eerder in Ons Bloemendaal gepubliceerd, becommentarieert hij ook het werk van Marius Bauer:'Hij herinnert mij als schilder heel veel aan Heinrich Heine.Zo heeft hij de bijbel geïllustreerd. Het was eigenlijk niet bedoeld als illustratie, maar als hij erin las en hem iets pakte, maakte hij een schetsje op de mar ge, dikwijls tussen de regels in. Enkele illustraties voorzag hij van een paar kleuren. Spelend heeft hij deze mooie schetsen neergeworpen. Zo heeft hij ook een boek van Duizend en één nacht met kleine illustraties voorzien. Als ik mij niet vergis, zijn beide uitgegeven. Eens hebben wij tezamen model genomen. De Bauers, mijn vrouw en ik schilderden. Bauer gebruikte hier ook de natuur alleen maar om zijn fantasie in een zekere richting te laten gaan Ons Bloemendaal, 23e jaargang, nummer 1, voorjaar 1999 27

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1999 | | pagina 28