Ingezonden brief Ook nu weer heb ik met veel interesse de verschillende artikelen in het laatst uitgekomen Ons Bloemendaal gele zen. Belangwekkend is dat van Mevrouw Tjan-Bakker over Dirck Decker en zijn nageslacht. Hoewel Mevrouw een aantal buitenplaatsen ter sprake brengt, mis ik een nauw keuriger aanduiding daarvan, zodat de lezer in het onge wisse blijft bijvoorbeeld nopens de precieze ligging ervan. Mevrouw spreekt over het landgoed - wij kennen sinds Elswout uiteenviel eigenlijk geen landgoederen in onze gemeente; met 'buitenplaatsen' zijn de verschillende bezit tingen genoegzaam aangeduid - 'Limbourg'. Hier ware een noot met vermelding dat het plaatsje 'Limburg' heette naar vroegere eigenaren met de naam Van Limburg, een welkome aanvulling geweest. De naamsverandering in 'Vaart en Duin', is afkomstig van Mr. van Lennep en niet van Nicolaas Warin. Het buiten "Westerduyn' in Heemstede kan ik niet thuis brengen. Waar lag dit? Over de blekersfamilie (de) Bra(a) moet toch stellig iets te vinden zijn en ook over de situatie van hun bleek mis schien? Aangevuld kan worden dat (de) Bra en Van Sompel de aanbouw (consistorie) van de Ned. herv. kerk te Bloemendaal hebben bekostigd. Dan rijst de vraag, welk buiten met de naam "t Clooster', wordt bedoeld; dat aan het N.B.Spaarne of dat te Heemstede? Niet aangeduid is ook het kleine buiten 'Schoonoord' te Overveen, al komen de bewoners, de Feytama's wèl in het artikel voor. In het Album Amicorum dat in 198S aan Jhr. Mr. C.C. van Valkenburg werd aangeboden is daar genoeg over te vinden. Tenslotte nog een enkele opmerking over de bijdrage van mevrouw Bosch van Drakestein, sub voce: Mevrouw Luden. Mevrouw Luden-van der Vliet reed bijna dagelijks met rijtuig, na wereldoorlog I met één paard bespannen. Dit rijtuig was geen tweewielig tonneau, zoals Koningin Wilhelmina op 't Loo gebruikte, doch een vierwielige, gele phaëton, mijnentwege een spider, zoals de Engelsen zeggen. Het was een sportief, zeer licht en elegant rijtuig op rubberbanden, met lederen voorscherm, schootkleed en zwepenkoker. Een éénzits knechtebank kon achter worden aangebracht in de plaats van een platte mand voor lichte bagage. Mevrouw Luden reed meestentijds zonder begelei ding. Uiteraard ontbraken niet lantaarns en een neerlaatba- re grijslinnen kap met ovaal kijkoog en lange, zwartlede ren spatschermen. Behalve met een geel exemplaar werd ook soms gereden met een zwart dito, waarvan de leuningpanelen met een wit gevlochten rietwerkmotief waren bekleed. De botsing tussen de 'sneltram' en het rijtuig vond plaats in 1935. Sindsdien werd op 'Koningshof' niet langer equi page gehouden. In Bloemendaal was het Mevrouw van Hoorn-Schouwenburg van 'Duinouwe' aan de Parkweg die nog tot in wereldoorlog II paard en rijtuig hield. Mr. C.W.D. Vrijland In antwoord op bovenstaande vragen en opmerkingen van Mr. Vrijland met betrekking tot mijn artikel over Dirck en Matthew Decker het volgende. De hofstede Westerduyn was gelegen aan de westzijde van de Herenweg in Heemstede. Cornelis Hop kocht Westerduyn in 1728 voor de som van 'dertien duijsent vijffhondert caroli gul dens'. In 1762 verkocht zijn zoon en erfgenaam, Jacobus Hop, Westerduyn met het overbos aan de overzijde aan Mattheus Lestevenon, heer van Berkenrode, en werd deze buitenplaats bij Berkenrode getrokken. De erfgenamen van Lestevenon verkochten Berkenrode en Westerduyn in 1797 door aan Jan Pieter van Wickevoort Crommelin. Deze liet het huis te Berkenrode afbre ken en vestigde zich in huize Westerduin. Het pand prijkt nog steeds aan de Herenweg en staat nu bekend als Berkenrode, waar in de jaren dertig de familie Bomans woonde en waar tot voor enkele jaren het handschoenenatelier Laimböck gevestigd was. Over de blekersfamilie (de) Bra(a) zal zeker meer te vinden zijn, maar dit vergt een veel gedetailleerder onderzoek in de archieven dan mijn bedoeling was voor dit artikel. Met het buiten 't Clooster bedoelt Decker de buitenplaats van Willem Philip Kops (1695-1756). Dit prachtige buiten was gelegen aan het Noorder Buiten Spaarne in Schoten en ging begin deze eeuw in zijn geheel verloren aan de stadsuitbreiding van Haarlem. De Feytama's die in het artikel voorkomen verbleven niet op Schoonoord. Deze hofstede - aan de Brouwersvaart in Overveen - was ten tijde van Decker's reis (1748) in handen van de familie Van der Graes. Het kleine buiten komt pas in 1794, lang na Decker's bezoek, in handen van de Amsterdamse koopman Feitama. Deze Feitama was getrouwd met Cornelia Petronella Ons Bloemendaal, 23e jaargang, nummer 1, voorjaar 1999 29

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1999 | | pagina 30