de geuren van de op volle kracht werkende kippengrill,
vermengd met de rook van vele sigaren en sigaretten. Ook
hier bleek dat rook en brandweermensen bij elkaar horen.
Aan Hans de eer om de prachtig goudbruin uitziende kip
pen te halveren en rond te delen en de glazen werden vol
ler en voller en de verhalen wilder. Vooral de globetrotter
onder de aanwezigen, Henk Schornagel, die als lid van de
Marine zelfs de wildernissen van Nieuw Guinea had ver
kend, wist de toehoorders te boeien met een erotisch
getint verhaal. Dit berustte op waarheid en er bleek uit dat
in sommige tropische landen een speciale waarde werd
toegekend aan een geitenoog. Het zou de potentie verho
gen en een man in staat stellen hele volksstammen een
prettige avond te bezorgen. Men hing aan z'n lippen en er
werd voorzichtig aan Hans (immers poelier van zijn vak)
gevraagd of zoiets ook bij hem verkrijgbaar was. Hans, die
wist waar Abraham de mosterd haalde, hield zich echter
wijselijk op de vlakte.
Inmiddels waren er al behoorlijk wat flessen leeg geraakt,
zodat regelmatig eenieder naar boven toog, waar naast de
grote kastanjeboom een emmer diende als toilet. Zelden
heeft een kastanjeboom op één avond zoveel machtige
brandweerslangen gezien en stralen over zich heen gekre
gen. Enige maanden later blies de boom dan ook de laatste
adem uit. Dat deden ook haast verschillende aanwezigen.
Naarmate het uur 0 naderde was de kelder, ja zowat het
hele huis, voorzien van een bruingrijze mist, gevormd
door de nog altijd op toeren zijnde kippengrill, de rook
en de aangename geur van de aanwezigen.
Er waren ook nog wat activitei
ten. Piet Burlage probeerde de
vaak unieke verhalen op de
band te krijgen en de comman
dant maakte foto's, waarbij hij
halverwege de sessie tot de ont
dekking kwam dat het beter
ging als je het beschermkapje
van de lens haalde.
Toen het einde in zicht kwam
van deze reeds lang geslaagde
avond, de laatste kip z'n
Waterloo had gevonden, en de
van een prachtige voetafdruk
voorziene, zoveelste salade (die
had namelijk op de grond
gestaan) op tafel was gezet,
vroeg de ondercommandant het
woord. Hij memoreerde de hechte samenwerking in de
groep, waarbij het zelfs voorkwam dat tijdens een brand
de rooms katholieken onder de brandweerlieden de her
vormden uit het vagevuur haalden. Om zijn woorden
kracht bij te zetten wierp hij in een brede zwaai zijn
armen omhoog - waarbij zijn horloge met een sierlijke
boog in de donkere keldergewelven verdween.
Dit was het sein voor het hallelujah. Twee man maakten
zich op om de ondercommandant op een gepaste wijze
naar huis te brengen. Om de lange weg (500 meter) te
overbruggen werden de zakken van z'n uniformjasje voor-
1976: Lindenheuvel.
1974: De gerestaureerde Elswoutspuit.
Ons Bloemendaal, 23e jaargang, nummer 2, zomer 1999
15