fonds bleek dat, voor een vogel die normaal binnen zit, de
hele nacht buiten zitten bij de huidige temperatuur vrijwel
zeker de dood tot gevolg zou hebben. Hij moest er dus
toch maar uit, en we besloten assistentie van een hoog
werker in te roepen, zodat de eigenaar hem zelf kon pak
ken. Door het rumoer kwamen enkele buurtbewoners de
straat op die de krakers enigszins geaffecteerd begonnen
toe te spreken: "Schandalig jullie krakers; jullie kennen je
rechten wel, maar je plichten niet. Jullie maken elke avond
herrie en die papegaai krijst altijd erg hard". Er ontstond
zelfs een klein handgemeen, iets waar de brandweer moei
lijker mee om kan gaan. Dan maar wat politie erbij
gehaald om de beide partijen uit elkaar te houden. Na een
tijdje arriveerde de hoogwerker die door een klein plant
soentje moest rijden èn door het hek van de tuin. Het
ging tenslotte om het leven van een dier. Inmiddels ston
den er al tientallen mensen op de plaats van de gebeurte
nis. Na ongeveer tien minuten door de obstakels van tak
ken heen worstelen hing het bakje van de hoogwerker
tenslotte pal voor de papegaai. In het bakje stond behalve
een brandweercollega ook de eigenaar van de papegaai.
Het beest was net wakker geworden en reageerde nerveus.
De eigenaar aarzelde niet en pakte het beest dat wild om
zich heen beet, bij zijn vleugels. Op dezelfde belabberde
manier als het bakje omhoog was gekomen, ging het ook
weer omlaag. Het maakte de papegaai zenuwachtiger en
zenuwachtiger en wat niet moest gebeuren, gebeurde
toch. De papegaai wrong zich los, vloog over de weg en
landde in een plantsoen aan de overkant van de weg.
Diverse mensen renden de papegaai achterna.
Het bakje van de hoogwerker was nog een paar meter
boven de grond en de eigenaar die dacht dat de papegaai
zich door al die toeloop weer uit de vleugels zou maken,
besloot uit het bakje te springen. Oei, de afstand was toch
groter dan hij dacht en met een flinke kreun kwam hij op
de grond terecht. Hij krabbelde op, hinkte naar het plant
soen, greep de papegaai en hinkte met het beest naar bin
nen. Een zucht van opluchting, het beest zat weer binnen.
Maar wat nu met zijn enkel, die meteen knal en knal
blauw werd en enorm opgezwollen. Het zag er zo erg uit
dat de aanwezige politie maar besloot om een ambulance
op te roepen, die toen nog van het Marine Hospitaal
kwam. Het uiteindelijke resultaat was twee brandweerau
to's, zes brandweerlieden, één politieauto en twee politie
mensen, één ambulance en twee ambulancebroeders en de
nodige medici in het ziekenhuis, alles voor een ara in een
boom. Ik zal het nooit meer vergeten.
Last but not least, vergeet het vee niet.
Natuurlijk hoort ook vee tot de dieren. Maar hoe moet de
brandweerman, die een groot gedeelte van zijn tijd op
kantoor doorbrengt, omgaan met een melding van een
paard of een rund in de sloot? Het zijn en blijven verrekt
grote dieren. Wij zijn als Brandweer Bloemendaal dan ook
goed af, omdat er een paar mensen bij zijn die hun vak
goed verstaan. Het vak van agrariër wel te verstaan. Bij
menig koetje of paardje in de sloot is de ervaren agrariër
haast onmisbaar. Je kunt natuurlijk een touw om de nek
van het dier binden en dan trekken, maar hoe hard mag je
trekken? Met tien man, met een tractor en met een brand
weerwagen??? Deze dilemma's worden opgelost door vak
mensen. Neem nu bijvoorbeeld een willekeurig rit tijdens
een oefening over een landelijke weg in Vogelenzang.
Twee ex-agrariërs, die het vak van slager uitoefenen, roe
pen: "Stop, daar ligt een schaap op z'n rug". Nou èn, laat
lekker liggen. "Een schaap op de rug betekent zijn zekere
dood", roept één van de slagers. We rennen met een stel
collega's over het land. Gelukkig, het schaap leeft nog. We
zetten het schaap op zijn poten en de rest van de avond
zijn we trots op het feit dat we weer een goede daad heb
ben verricht, èn dat de kantoorklerk weer wat geleerd
heeft. Tja, Artikel 1 van de Brandweerwet leidt tot meer
dan je zou verwachten.
Dico van den Heuvel
Ons Bloemendaal, 23e jaargang, nummer 2, zomer 1999
31