De Emma Hut. en aan de achterkant en onderkant werden vier maaiele- menten aangebracht. Lichtwagen Bloemendaal had al in een vroeg stadium elektrische straatverlichting. Daartegen stak Haarlem, dat tot in de jaren dertig gaslampen had, schril af. De politie moest bij hun nachtelijke surveillance de kapotte lantaarns noteren. Eenmaal per week werden die lampen door de gemeentelijke elektriciens vervangen met een speciale ladderwagen. Daarnaast was die ladderwagen ook een soort 'kluskar'. Op het Bloemendaalse strand spoelden geregeld allerlei zaken aan en ook verdronken mensen. Dan rukte de ladderwagen onder aanvoering van Cees Heitlager en Hein de Rooij uit, en nooit werd de mand met een zeil erin vergeten. Die mand stond opgeslagen op de zolder van de werkplaatsen en als klein jongetje mocht ik er zelfs niet vlakbij komen, laat staan in kijken! Later begreep ik waarom: in die mand vervoerde men niet alleen het aangespoelde spul, maar ook drenkelin gen. De ladderwagen leverde ook klapstoeltjes af voor de ouderavonden in gymnastieklokalen. Zelfs in de oorlog bleef de ladderwagen rijden, maar dan op gas, dat in flessen op het autodak lag. Wegen Het gemeentebestuur zag zich ook na de Franse Tijd, De strooiwaaens. ondanks een veranderende maatschappij, met geroepen om een eind te maken aan de modderige, onbegaanbare wegen in Bloemendaal. Omdat de bewoners van de buitenplaatsen steeds meer behoefte kregen aan een redelijke verbinding met de stad Haarlem, besloot men tenslotte zelf het initiatief te nemen. Er kwam een stichting met de welluidende naam 'Negotiatie'. Doel: de bouw van een klinkerweg vanaf de 'Voorbuurt' in Bloemendaal, door Overveen, naar Haarlem. De Bloemendaalseweg en de Zijlweg waren de eerste bestrate wegen. Men kon nu per koets op een redelijke manier naar Haarlem gaan om er te winkelen en bij volle maan de Stadsschouwburg te bezoeken. Op 20 juli 1817 ontving deze Negotiatie op eigen ver zoek, bij Koninklijk Besluit, een vergunning om in beide wegen een bestrating aan te bren gen, waarbij zij tevens het recht van tolheffing kreeg. De opbrengst van de tol werd gebruikt voor het wegenonderhoud. Op dezelfde wijze werd ook tol geheven op de bestrate Kennemerweg (per Koninklijk Besluit van 29 april 1822) en de bestrate Zandvoorterlaan (per Koninklijk Besluit van 29 maart 1826). De Kleverlaan werd door Haarlemse particulie ren beheerd. Vanaf 1841 werd ook deze weg tolweg, met een verharding van puin en schelpen. De enige weg die op kosten van de gemeente werd verhard, was de verbinding van het (Zocher) Raadhuis met 'Elswoutshoek', de ambtswoning van de burgemeester. Dit was een zogenoemde schulpweg. Vanaf het begin van deze eeuw nam de gemeente de zorg voor de wegen over van de par ticulieren. In 1910 kwam de gemeente met de Bloemendaalse Exploitatie Maatschappij van Onroerende Goederen overeen dat laatstgenoemde de zorg over de wegen op zich nam en 22 Ons Bloemendaal, 23e jaargang, nummer 3, najaar 1999

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1999 | | pagina 22