De terrassen van Zomerzorg en Duin en Daal waren pleis
terplaatsen van rijtuigen, die met koetsier en al konden
worden gehuurd bij onder andere de stalhouderij van
Bottelier aan de Zomerzorgerlaan. Op het terrasje van de
gezusters Scholte zat men minder deftig te wezen. Daar
streken ook passanten neer, die uit een trommeltje de
meegebrachte eigen boterhammen opaten onder het genot
van een geserveerd kopje thee of glas melk.
Misschien zou het niet zo'n gek idee zijn, als er in ons
dorp een rustige horecagelegenheid, zoals een lunchroom,
zou terugkeren. In een dorp als Laren is dit bijvoorbeeld
het geval. Wij moeten ons er echter bij neerleggen dat het
mooie dorp uit onze jeugdjaren onherroepelijk voorbij is.
De opmars van de bankkantoren lijkt niet te stuiten
Bij mijn jeugdherinnering aan de snoepwinkel van één
cent in de lunchroom van de gezusters Scholte komt een
kinderversje naar boven, dat wij op de lagere school uit
het hoofd hebben geleerd. Wie kent het nog?
In de donkere straat, waar het belletje gaat,
slaat een deurtje al rinkelend open.
Daar komen in de schemer van het lampengeschijn
drie kleuters naar binnen geslopen.
Een dappere vent, in z'n knuistje één cent,
stapt naar voor en blijft grinnikend zwijgen
tot de koopvrouw geleerd z'n fortuin inspecteert
en vertelt wat hij daarvoor kan krijgen.
't Is een reep zwarte drop, koek met suiker d'r op,
een kleurbal, een zuurbal, een wafel,
een zoethouten stok, een kleurige brok.
Het lig alles bijeen op de tafel.
Als de kapitalist zich wat dikwijls vergist,
en de koek met zijn vingers verkruimelt,
scheldt de juffrouw verwoed, dat hij het kostelijk goed
met zijn smerige vingers beduimelt!
De kleuter verbaasd, dat de juffrouw zo raast,
smoest stiekem wat met zijn kornuiten.
De keus wordt bepaald, de kleurbal betaald,
en slenterend gaat het groepje naar buiten.
In de donkere straat waar het groepje nu gaat,
wordt eerlijk gewicht en gewogen.
Daar zuigen ze om beurt tot de bal is verkleurd.
Hun rijkdom is in een illusie vervlogen.
Mevr. C. Metselaar-Kleef
Ons Bloemendaal, 23e jaargang, nummer 3, najaar 1999