NO. ten O
t <£j/tant Sa.TcenhiurgN.NO. en NO. ten. 0.5 myl
van U C£ 30 Cff; 40 m-.Zuyderbrete en 336gyr^g-m
in leriyte
Uithangbord, Keizersgracht 224 .Amsterdam, (foto PdN)
komen dat ze geen oplossing boden. Ze bleken nauwelijks
toegankelijk, boden geen mogelijkheid om er te ankeren, of
er was te weinig voedsel en water aanwezig.
Het eiland St. Helena Nuova zou wellicht wel perspectief
Het eiland Saxenburg. Kustprofiel/wolkenforraatie, weergegeven in J. en G. van Keulen: De Nieuwe Groote Ligtende
Zee-fakkel, A'rlam 1716-1753. (Nederlands Scheepvaartmuseum, Amsterdam)
Het eiland Saxenburg
In de naspeuringen van Parmentier komen we onder meer
ook het eiland Saxenburg tegen - en daarbij komt wederom
Christoffel Thijssen in beeld. Stammend uit een aanzienlijk
geslacht dat in de diamanthandel fortuin had gemaakt, be
hoorde hij tot degenen die een deel van hun kapitaal beleg
den in risicovolle ondernemingen zoals de YOC.
Gebruikmakend van het hem gegeven privilege een VOC-
schip een naam te geven, noemde hij een fluitschip dat in
1669 van stapel liep Saxenburg.
Op de reis die hiermee in 1670 met bestemming Batavia
werd gemaakt, kreeg Jan
Leendertsz. Lindeman,
aangemonsterd als derde
waak, tussen Martin Vaz
en Tristan da Cunha een
eiland in het vizier.
Hieraan werd de naam
Saxenburg gegeven. Het
scheepsjournaal van Sax
enburg is niet bewaard
gebleven, maar tijdens
een latere reis (1678)
met de 'Voogel
Phoenix'een Deense
Oost-Indiëvaarder,
noteert hij wederom in
de buurt van dit eiland
bieden. Volgens een verklaring in 1652 van Lodewijk
Claesz, een door de Portugezen gevangen genomen Neder
landse scheepstimmerman, moest het door zijn vruchtbaar
heid als pleisterplaats zeer geschikt zijn. Naar dit door Por
tugezen ontdekte eiland, te vinden op tal van na 165 5
getekende atlassen, werden daarom door de VOC verschei
dene speurtochten ondernomen. Deze pogingen (in 1657,
1 660 en 1677) leverden echter niets op. Aanvankelijk ver
onderstelde men dat op de kaarten de positie van dit eiland
niet voldoende juist was weergegeven, maar uiteindelijk
moest men concluderen dat, zoals Parmentier citeert, "so
daniger eylant in de werelt niet te wesen" moest zijn.
Ook de eilanden Dina en Maerseveen, in 1663 door VOC-
schipper Barend Lam ontdekt, bleken onvindbaar toen men
ze later (1699) beter wilde-leren kennen. Ze verdwenen
daarom uit de latere versies van de land- en zeekaarten.
Maar dit bleek achteraf toch iets te voorbarig. Een Franse
expeditie in 1772 ontdekte deze eilanden immers opnieuw
- maar wel op wat andere posities. Wat zij toen Terre
d'Espérance en l'Ile de Caverne noemden, treft men thans
nog aan als Marion, respectievelijk Prince Edward Island.
Ons Bloemendaal, 24e jaargang, nummer 1, voorjaar 2000
21