Huizen in de gemeente Bloemendaal naar een ontwerp van
H.W. van Kempen
Arnoldlaan 6 (1939)
Bloemendaalseweg 1 - 7c (1980)
Bloemendaalseweg Overveen, voormalig politiebureau (1938)
Dennenweg S en 7 (1934)
Dorpshuis aan de Donkerelaan 1 8 en 20 (1929)
Duinwijckweg 8 (1950)
Essenlaan 19 (1934)
Hoge Duin en Daalseweg 23 (1938) en 57 (1953)
Jozef Israëlsweg 2 (1970)
Kennemerweg 21 (1965)
Kleverlaan 1 (1956)
Koninginneduinweg 3 (1967)
Krullenlaan 21 (1934), 24 (1931) en 25 (1934)
Lage Duin en Daalseweg 5a en 5b (1932) en 27 (1 954)
Midden Duin en Daalseweg 25 (1937) en 30 (1962)
Plantsoenlaan 12 (1934)
Potgieterweg 5 a (1951)
Rustenburgherweg 12 en 12a (1932)
Verl. Koepellaan 8 (1934)
Vijverweg, de Gereformeerde Kerk
Westerlaan 14 (nu: DenTexlaan)
Zomerzorgerlaan 19 (1934)
(Uit: W. Post: Bouwen aan Bloemendaal, en de Monumentenlijst GAB)
vervolgconcert zou worden gegeven, Jacques
scheen toen geantwoord te hebben dat-ie dat niet
meer kon... Alsof hij het had voorzien. Zes weken
later is-ie overleden. Hij is tweeënzestig jaar
geworden. In het Wildhoefplantsoen staat een
bank en die is geplaatst ter ere van Jacques van
Kempen".
De Borski-Si 11 em Stichting
"Honderd jaar geleden wilden de heer Borski en
de heer David v.d. Vliet en mevrouw Borski-
Sillem iets cultureels doen en daarom hebben ze
de Borski-Sillem Stichting opgericht (de naam
v.d. Vliet komt alleen in de stichtingsakte voor).
Ze hebben een kapitaal van 60.000 gulden gede
poneerd en dat moest op grootboek gezet wor
den voor 2,5%. Dat was voor die tijd heel bijzon
der. Meisjes die bijvoorbeeld niet verder door
leerden, konden daar leren linnen naaien en brei
en en zo. Een soort bewaarschool. Daarvoor is
een gebouw gesticht. Een kapitaal pand. Met wo
ningen voor de dames die leiding gaven. Beneden
waren drie grote lokalen. Daar waren juffrouw
Lamblet en juffrouw Vonk de leidsters20. Ik ben
daar later intensief bij betrokken geraakt. Niet
alleen omdat ik daar een poosje op die school
geweest ben, maar als architect heb ik daar ge
moderniseerd en verbouwd. En toen dat eenmaal
zo ver was, vond dominee Van Dijk21 dat hij
moest bedanken als bestuurslid. Ten tijde dat ik als voorzit
ter in het bestuur zat, waren mevrouw Hartman en
mevrouw Bierens de Haan en mevrouw Van Dijk ook nog
een tijdje gebleven; mevrouw Hogenbirlt was penning
meester. Gezien mijn betrokkenheid bij de bouw had ik een
heleboel wetenschap over subsidies en zodoende ben ik dus
eigenlijk toch wel wat te lang bij deze school betrokken
geweest. Door de integratie van de lagere school en kleuter
school blijf ik er eigenlijk nog bij. Pas als dat een voldongen
feit is, ga ik weg".
Restauratie Grote Kerk in Haarlem
"Een heel bijzondere opdracht. Ik moet wel even terug in
de tijd dat ik met mijn vriend en collega Korringa samen
werkte en zodoende duidelijke contacten met elkaar had
den. Hij wist dus dat ik bij de oude architectuur betrokken
was geweest en met restauraties o.a. in Senlis. Eind vijftiger
jaren heeft hij bij de kerkvoogdij in Haarlem mijn naam ge
noemd. Toen werd ik als compagnon naast Korringa be
noemd, en is met de Rijksdienst in orde gemaakt dat ik de
restauratie zou doen. Zodoende ben ik eerst met mijn zoon
Henk (red.: vader Hendrik en zoon Henk van Kempen heb
ben samen gedurende twintig jaar het architectenbureau
Van Kempen gevoerd) met de kerk in Beverwijk begonnen
en later met de Grote Kerk in Haarlem aan de gang gegaan.
In 1962 heeft dat geleid tot de restauratie van de daken van
de kerk zelf, niet van het nevengebouw. En toen kwamen
wij er achter dat het gebouw als zodanig ernstige gebreken
vertoonde. Wij moesten ingrijpen. Dat heeft van 1962 tot
1981 geduurd. Een lijdensgeschiedenis. Wij kregen zo af en
toe een bedrag van jaarlijks 100.000 gulden, maar onze res
tauratiebegroting van '77 bedroeg 25 miljoen... Niettemin,
de bedoeling om de kerk waterdicht te houden, is gelukt.
Dat is voor een kerk het allerbelangrijkste. Na lange jaren
van voorbereidingen hebben we allerlei begrotingen ge
maakt, eerst Korringa en ik. Er was geen geld voor. Hele re
stauraties konden financieel niet, dan maar gedeeltelijke res
tauraties, hoofdzakelijk aan het dak. Uiteindelijk in 1976 is
met een "echte" bouwkostenbewaker een begroting ge
maakt. Een pak van mijn hart. Bij grote restauraties moeten
er altijd twee deskundige bouwers zijn, zodat je bij ziekte
en dergelijke niet meteen in de problemen komt. Prof.
Ons Bloemendaal, 24e jaargang, nummer 2, zomer 2000
11