Het Nieuwe Bouwen
Met de huisvesting van de ambtenaren was het in de gemeente Bloe-
mendaal aan het begin van deze eeuw slecht gesteld. Het gemeentebe
stuur zetelde in het Oude Raadhuis van Zocher aan het einde van de
Zijlweg in Overveen. Aan de overzijde van de Korte Zijlweg was de
dienst van Publieke Werken in een houten gebouw gehuisvest. En in
een belendend pand van het raadhuis was sedert 1903 een ruimte voor
de politie ingericht, die als haveloos en uitgewoond werd omschreven.
Het werd tijd voor het Nieuwe Bouwen in de gemeente. Maar aleer
dat zover was.
Rond de eeuwwisseling zorgden slechts een paar veldwach
ters, daarbij geassisteerd door een aantal nachtwakers, voor
de openbare orde in de kleine gemeente die Bloemendaal
toen was.
Het onderkomen van de politie aan de Korte Zijlweg in
Overveen, waar nu ongeveer de parkeerplaats van het hotel
Roozendaal is, werd omschreven als haveloos en uitge
woond. De omstandigheden waren dermate slecht dat
's winters de cellen niet konden worden verwarmd; passan
ten met arrestanten konden communiceren via een rooster
in de buitenmuur en er was een voortdurend gebrek aan
toezicht door de dienstdoende agent. En ook een verhoor-
ruimte ontbrak. Omdat in de celruimte anderen konden
meeluisteren, werd er ondervraagd in het wachtlokaal. Maar
dit was nog niet alles. Behalve dat er in het kleine politiege-
bouw ruimte was gemaakt voor de gemeenteontvanger,
woonde er ook nog een familie in het pand. Dit bracht on
gewenste situaties met zich mee, zoals het delen van het
enige toilet met eventuele arrestanten.
Door deze erbarmelijke toestanden konden arrestanten
slechts enkele dagen op deze politiepost in Overveen ver
blijven. Een alternatief vormden de beide cellen in het post
huis in Bloemendaal. Maar ook hier was de situatie proble
matisch. De cellen waren eveneens onverwarmd en niet
voorzien van verlichting en luchtverversing. Omdat de Bloe-
mendaalse politie in die dagen nog niet over een auto be
schikte, moesten arrestanten die daar in bewaring waren
gesteld, voor het verhoor lopend naar Overveen worden
overgebracht.
In Aerdenhout was nog geen posthuis. Hier werd het poli
tietoezicht uitgeoefend door een aan de Schulpweg gestatio
neerde hoofdagent, die daarbij werd geholpen door een
tweetal agenten. En ook in Vogelenzang was een veldwach
ter geplaatst. Celruimte hier werd gevonden bij de dienst
woningen van politieambtenaren, voor het voor een korte
periode opsluiten van bijvoorbeeld dronken personen. Maar
ook hier gold dat de afstand naar het bureau in Overveen
voor het verhoren van arrestanten, eigenlijk te ver was.
Uitbreiding politieapparaat
In de jaren twintig deed de wens aan meer en betere cel
ruimten zich steeds meer voelen. Te vaak waren alle cellen
bezet en het politiebureautje werd echt veel te klein, toen
ook de bezetting van het politiekorps zelf toenam. In min
der dan tien jaar tijd was begin jaren twintig de bezetting
van het Bloemendaalse politieapparaat verdubbeld. Er heer
ste dan ook een schreeuwend ruimtegebrek. Enig soelaas
kwam toen in 1921 de inwonende familie het pand verliet.
Het grootste deel van de vrijgekomen ruimte die als dienst
woning had gefungeerd, kwam ter beschikking van de poli
tie. De hoofdagenten kregen een eigen vertrek en de recher
che nam zijn intrek in een zolderkamertje, waar ook het
politiearchief werd opgeborgen.
Toen in datzelfde jaar de Zeeweg werd geopend, kreeg de
politie gedurende de zomermaanden surveillancewerkzaam
heden opgelegd aan het Bloemendaalse strand, waarvoor,
aan het eindpunt van de Zeeweg, een politieposthuis diende
te worden gebouwd.
IMïeuwbouwplannen
Officieel werd de politiepost in Bloemendaal in 1927 opge
heven, maar in de praktijk werd bij cellengebrek een agent
van het bureau in Overveen belast met de bewaking van
arrestanten aldaar. De situatie werd steeds meer onhoudbaar
toen arrestanten werden overgebracht naar het Huis van Be
waring in Haarlem. Voor verhoor moesten zij dan weer te
rug naar Overveen.
Begin jaren dertig werd de cellencapaciteit vergroot door
een oude berging in het posthuis in Aerdenhout te verbou
wen tot twee, verwarmde, celruimten. Maar het tijdrovende
vervoer naar het bureau in Overveen voor de verhoren,
bleef. Bovendien was er geen gelegenheid voor het luchten
van de arrestanten.
Prijsvraag gemeentecentrum
Toen in de jaren twintig de bevolking enorm toenam, ont
stonden van gemeentewege plannen voor de bouw van een
nieuw gemeentecentrum, waarbij naast een nieuw raadhuis
ook een gebouw voor Publieke Werken, een politiebureau
en een openbare lagere school dienden te worden gereali
seerd. De gemeente Bloemendaal schreef in 1929 een prijs
vraag uit voor het beste ontwerp.
Verschillende architecten werden uitgenodigd een bijdrage
in te zenden. Daaronder waren bekende architecten als de
Amsterdamse bouwmeesters A.J. van der Steur en H.Th.
Wijdeveld, de Haarlemmer C.J. Blaauw, H.W. van Kempen
Ons Bloemendaal, 24e jaargang, nummer 2, zomer 2000
13