Kantoorgebouwen
Het aantal door De Bazel ontworpen kantoorgebouwen is
niet groot, maar ook daar blijkt sprake van een hoog niveau
van kwaliteit. Dit geldt bij uitstek voor het gebouw voor de
Nederlandse Heidemaatschappij in Arnhem (1912) en voor
het hoofdkantoor van de Nederlandsche Handelmaatschap
pij aan de Vijzelstraat in Amsterdam - thans in gebruik door
de ABN/Amro-bank. Dit laatste, gebouwd in de jaren 1919-
1926 en derhalve pas na zijn overlijden gereed gekomen,
wordt in de architectuurgeschiedenis als zijn wellicht be
langrijkste werk beschouwd.
Vaas, ontwerp voor de Kon. Ned. Glasfabriek 'Leerdam', 1919. (Reinink)
Veelzijdigheid
De veelzijdigheid en begaafdheid van De Bazel's kunstenaar
schap blijken ook uit zijn activiteiten buiten de eigenlijke
architectuur. Hij ontwerpt onder meer ook postzegels (o.a.
de jubileumzegel van 1913), grafmonumenten, beeld
houwwerk, meubilair, tapijten, glas en kristal. Wat dit laat
ste betreft is te vermelden dat hij, in 1916 als eerste Neder
landse kunstenaar aangetrokken door de glasfabriek in
Leerdam, eerherstel weet te brengen aan het gebruik van dit
materiaal.
Vermelding verdient ten slotte dat zijn bestuurlijke activitei
ten (bv. als voorzitter van het genootschap 'Architectura et
Amicitia', als mederedacteur van het genootschapstijdschrift
'Architectura' en als medeoprichter en voorzitter van de
'Bond van Nederlandsche Architecten') voor de erkenning
van het beroep van architect van grote betekenis blijken.
Tot slot
Omstreeks 1997-1998 kreeg De Bazel weer eens de nodige
publiciteit, nu naar aanleiding van de verwikkelingen rond
het Rembrandthuis. Bij een eerdere restauratie had De Bazel
de oorspronkelijke indeling hersteld, het gebouw in een
1 7de eeuws aandoende stijl gerenoveerd en het interieur
ontworpen (1911). Het plan om dit laatste te slopen leidde
tot heftige discussie en zelfs tot een rechtszaak met als uit
gangspunt dat de monumentale betekenis van De Bazel's
creatie uitgaat boven die van de voorgenomen reconstructie
van de staat van Rembrandt's atelier in 1656. De recon
structie blijkt dan niet meer tegen te houden. De Bazel's
interieur, zoals vitrines en meubels, krijgt daarna onderdak
in het Drents Museum in Assen; voor de rest (bijvoorbeeld
de lambriseringen) moet de bestemming nog worden be
paald.
Trouwens: ook al eerder tracht men De Bazel aan een drei
gende vergetelheid te onttrekken. Dit betreft de tentoonstel
ling, in 1975, over 'Architectura' die de betekenis van De
Bazel en zijn geestverwanten (Lauweriks, Kromhout,
W. Bauer en Walenkamp) voor de vernieuwing van de Ne
derlandse bouwkunst belicht - een nuancering en correctie
aanbrengend op de baanbrekende inbreng die decennia
lang aan Cuypers en Berlage is toegedicht.
Peter de Natris
Met dank aan Leo Dubbelaar, Clemens van den Helder,
Aagje Nicolaas en Piet van Twuyver voor de door hen
verstrekte informatie.
Bronnen
- M. Bock e.a.: Catalogus 'Architectura', Nederlandse architectuur 1893-1918.
Architectuur Museum, Amsterdam 197S.
- J. van Deventer Szn: Handboek der krankzinnigenverpleging. J.H. G. van
Heteren, Amsterdam 1897.
- J. Huisman e.a.: 150 jaar bouwkunst in Amsterdam. Architectura Natura,
Amsterdam 1999.
- Jaarverslagen betreffende het Gesticht Meerenberg, 1892 t/m 1918.
W. Post: Bouwen aan Bloemendaal. Architectuur en bouwhistorie vanaf 1883.
Schuyt&Co, Haarlem 1997.
A.W. Reinink: K.P.C. de Bazel. j.M. Meulenhoff, Amsterdam 1965.
- J. Schilt j. van der Werf: Genootschap Architectura et Amicitia 1855-1990.
Uitgeverij 010, Rotterdam 1992.
- JJ. Vriend: Architectuur van deze eeuw. Uitgeverij Contact, Amsterdam 1959.
24
Ons Bloemendaal, 24e jaargang, nummer 2, zomer 2000