De Speciale Collecties:
kaarten en groen
Bloemendaal kent zowel in groen als in kaarten een rijke historie,
waarbij ik hier gemakshalve even alles van natuur en landschap, land
en tuinbouw en ook tuinarchitectuur tot het 'groen' reken. De historie
van groen en van kaarten is voor de afdeling 'Speciale Collecties' van
de Bibliotheek Wageningen UR (Universiteit Researchcentrum) nu
precies het gebied waarop het verzamelen zich richt. Hier wil ik u iets
vertellen over de verschillende topografische bronnen en over typen
kaarten, hun ontstaan, functie en gebruik, en daarbij tevens ingaan op
de betrouwbaarheid van oude kaarten voor historisch onderzoek.
Kaarten zijn voor dit onderzoek belangrijke bronnen, maar om die goed
te kunnen interpreteren is het zaak om iets meer van kaarten af te we
ten. Daartoe wil ik in eerste instantie de historischcartografische ach
tergrond schetsen aan de hand van kaarten en plattegronden van Bloe
mendaal. Hoe een kaartbeeld eruit komt te zien, wordt namelijk in
hoge mate bepaald door het hoe en waarom van een kaartproductie;
door wie en voor wie werd de kaart ontworpen?
vast wat meer over hem te vertellen.
Leonard A. Springer is de ontwerper met het grootste nog
bestaande oeuvre in Nederland. Hoewel hij in het gehele
land werkzaam was, had hij vooral veel projecten in Bloe
mendaal (ca. 30), Aerdenhout (ca. 20) en Overveen (ca.
10)Deze projecten betreffen aanleg of reorganisaties van
begraafplaatsen (R.K. Begraafplaats), villaparken (o.a. Oos
terduin, Duin- en Daal, en het Naaldenveld), buitenplaatsen
(o.a. Boekenrode, Koekoeksduin, Leiduin Vinkenduin,
Koningshof, Woestduin, Klein Bentveld, De Beek) en talrij
ke villatuinen. Het was Springers bedoeling met zijn collec
tie het onderwijs in Wageningen te dienen, onder meer
door hiermee studenten tekenvoorbeelden te verschaffen
waarop ze konden voortborduren. Zelf in 1 897 in Wage
ningen aangesteld, verruilde hij al betrekkelijk snel (name
lijk in 1900) deze baan voor zijn eigen ontwerpbureau in
Haarlem. Dit deed echter geen afbreuk aan zijn interesse
voor de historische kant van het vak - deze is hem altijd
dierbaar gebleven.
In 1980 werden de oude drukken en de collectie tuin- en
landschapsarchitectuur door de Bibliotheek samengevoegd
tot de afdeling Speciale Collecties. Van meet af aan was hier
in het belangrijkst: de Collectie TuiN (Tuin- en Land
schapsarchitectuur in Nederland) waartoe onder meer de
Springercollectie behoort. Door onderzoek naar en publica
tie over de geschiedenis van de Nederlandse tuinarchitec
tuur nam het aantal ontwerperscollecties snel toe. Van dege
nen die ook in Bloemendaal werkzaam zijn geweest,
kunnen hier onder meer worden vermeld: G.
Bleeker, D.F. Tersteeg, John Bergmans en J.T.P.
Bijhouwer.
De restauratie van de tuinen van Het Loo bracht
een toename van belangstelling uit vooral de
kunsthistorische hoek teweeg - ten behoeve van
restauratie en behoud van buitenplaatsen zoals
Elswout. Onderzoek naar de moderne tuinkunst
(1900-1950) bracht ook het villapark en de villa-
tuin in beeld en het restaureren ervan.
Geschiedenis van de tuinarchitectuur
De afdeling Speciale Collecties dankt haar ontstaan aan de
schenking in 1936 door de toonaangevende Haarlemse
tuinarchitect Leonard A. Springer van zijn verzameling ont
werpen, documentatiemateriaal, gravures en bibliotheek.
Mede gelet op de uitgebreide monografie die in dit najaar
over Springer uitkomt en een overzichtstentoonstelling die
in Teyler's Museum wordt gehouden, is het wel aardig al-
Aerdenhout, Ontwerp tot exploitatie van 'Oosterduin' als villapark L.A. Springer, 1912
1916.
Bronnen voor historisch onderzoek
naar topografie en 'groen'
Kaarten en atlassen
Sinds 1981 verzamelt de afdeling Speciale
Collecties alle oude kaarten en atlassen van deze
universiteit (vanaf 1550 tot heden), maar ook
richt men zich op moderne topografische kaar
ten, op herdrukken en op topografisch materiaal
zoals luchtfoto's en plattegronden. De topografi-
30
Ons Bloemendaal, 26e jaargang, nummer 1, lente 2002