IMoot van de redactie:
Onderstaand vindt u twee reacties op het verhaal 'Herinner
ingen van Jacques van der Heijden' uit Ons Bloemendaal
nummer 4, winter 2001Twee weken na verschijning is de
heer Van der Heijden overleden. Hij heeft het bewuste arti
kel, opgetekend door zijn vriend Henk Wierenga, gelukkig
nog kunnen lezen en was zeer content hiermee. De redactie
wil langs deze weg haar medeleven betuigen met de nabe
staanden.
L.S.
Een wat late reactie op het jongste nummer van Ons Bloe
mendaal, waarmee ik u van harte complimenteer. Het the
ma 'Dierbare Herinneringen' riep veel in mij op, hoewel
ikzelf eigenlijk maar weinig tastbare herinneringen heb aan
mijn (te) korte tijd in Bloemendaal. Wil ik nog zoiets als
een beeld samenstellen van mijn ouders en grootouders in
de jaren dertig, begin jaren veertig, dan zal ik het van ande
ren moetqn hebben, en die anderen zijn schaars geworden.
De herinneringen van Jacques van der Heijden kwamen dus
als een waar geschenk: een oud-buurjongen die allerlei din
gen weet die bij mij oningevuld zijn. U voélt waar ik heen
wil: ik zou heel graag in contact komen met mensen van
vroeger die zich de familie Linnekamp nog herinneren. Ik
ben benieuwd! Bij voorbaat veel dank voor uw aandacht.
Hoogachtend,
C.J. Linnekamp,
Westerweg 4, 1447AB Purmerend.
Tel/fax: 020 - 436 16 87.
Mijne heren,
Onlangs kreeg ik het laatste exemplaar van Ons Bloemen
daal. Ik ben oud Bloemendaler en lees dan ook uw blad met
grote interesse. Het stuk over de herinneringen van Jacques
van der Heijden heb ik natuurlijk ook gelezen. Ik heb hem
gekend en was een tijdgenoot. Hij woonde in het Kinheim-
park en ik op de Bloemendaalseweg, bij het postkantoor. Ik
weet niet al teveel van daar, althans van de eerste jaren en
des te meer van het stuk Bloemendaalseweg tussen Rusten-
burgerweg en Vijverweg.
Jan Dak was de zoon van Slager Kohier van de Bloemen
daalseweg, hoek Zomerzorgerlaan, waar nu Van Vessem is.
Ik heb Jan goed gekend, hij was niet blij met die bijnaam. Ik
heb wel eens gehoord over zijn sprong van het dak met een
paraplu, waarbij hij, zoals ik heb gehoord, zijn beide benen
gebroken heeft. Er werd dan bij verteld dat hij van de katho
lieke kerk gesprongen is, wat logisch lijkt, omdat die kerk
tegenover zijn huis stond, waar nu Albert Heijn is.
Het stuk over H.C.K. vond ik interessant: ik kende die club
wel en ook een aantal van die knapen. Een zoon van Kees
Tuyl is een achterneef van mij en zodoende heb ik nog wel
eens contact met hem.
Het vlooienveldje was niet zo genoemd vanwege het insect,
maar het was het trainingsveld van de Vereniging Lichame
lijke Opvoeding V.L.O., maar wij noemden het altijd zo. Ik
meen ook dat H.K.C. nog gespeeld heeft aan de Kennemer-
weg, maar Jacques weet dat beter dan ik.
De broertjes Zuurbier heb ik ook goed gekend. Het was een
tweeling en ze leken niet op elkaar. Zij heetten Tom en Aad,
door sommige jongens wel de Tomaten genoemd. Zij voet
balden bij D.E.K. (Door Eendracht Kracht)een katholieke
voetbalclub waarvan het veld naar ik meen aan de Bredero-
delaan was.
Met vriendelijke groeten,
Arnold Gras (Winterswijk)
Nieuw boek over bloembolle n b e d r i j v e n
in Zuid-Kennemerland
Onder de titel 'Bloeiende bedrijvigheid', 400-jaar bloem-
bollenbedrijven in Zuid-Kennemerland, schreven naar aan
leiding van de komende bloemententoonstelling Floriade
2002 twee leden van de Historische Werkgroep Haerlem,
de Haarlemmer Marcel Bulte en de Bloemendaler Wim Post,
dit boek. Het verhaalt van de snelle groei van de bloembol-
lenkweek in en rond Haarlem, eerst door welgestelde lief
hebbers, maar al snel door beroepskwekers. Deze brengen
niet alleen de nieuwe variëteiten ter veiling, maar weten
ook de buitenlandse belangstelling profijtelijk uit te baten.
Er is al het nodige over de bloembollenhandel geschreven,
doch zeer weinig over de regio Haarlem en omgeving. Dit
Ons Bloemendaal, 26e jaargang, nummer 1, lente 2002
39