Oostenrijkse dennen en
een oude eik. We hielden
duiven en kippen en er
stapte een agressieve haan
rond die door Baukje, de
inwonende hulp, plagerig
naar haar verloofde Hessel
werd vernoemd.
Dan was er nog mijnheer
Bersee die in en rond het
huis meehielp. Mijn vader
was een druk man, niet
alleen als zakenman met
een farmaceutisch bedrijf,
maar ook als bestuurslid
van talloze regionale en
Bloemendaalse verenigin
gen. Zijn vrije tijd spen
deerde hij echter het liefst
in de tuin. Al spoedig be
gon hij dan ook met de
aanleg van een prachtige bloementuin waar altijd uit
geplukt mocht worden, zodat mijn moeder haar
mooie bloemschikkingen kon maken. Na een aantal
jaren werd hij met zijn tuinwerk geholpen door Bas
van Ooyen. Samen hebben zij meer dan dertig jaar
met heel veel energie maar bovenal plezier aan 'hun'
tuin gewerkt.
De ouders van Bas, voor mij opa en oma Van Ooyen,
woonden op de Midden Duin en Daalseweg, naast het
Koetshuis. Zachtmoedige mensen waar kinderen dol
op waren. Oma Van Ooyen had altijd haar blikken
trommeltje met snoepjes bij de hand. Het was niet
eenvoudig de oorspronkelijke duintuin te beplanten
met rozen, vaste planten, zachte heesters en in het na
jaar duizenden bollen. Het waren immers allemaal ge
wassen die door de dieren die in de duinen leven als
welkome afwisseling werden ervaren, naast hun vaak droge
kostje. Reeën knabbelden aan de stammetjes, een haas vond
een bed witte petunia's de ideale plek om vijf schattige
haasjes ter wereld te brengen en de fazanten konden feil
loos, tot op grote diepte, de sappige bloembollen opsporen.
Toch werd de tuin elk jaar, na de jaarlijkse tuinenkeuring,
onderscheiden met een eerste prijs. En wild kwam er nooit
op tafel. Je kreeg het eenvoudig niet door je keel. Het was
net of de dieren uit de tuin zo je bord op waren gelopen.
Over buren en bewoners
In het begin was het voor jonge kinderen vrij stil op de
Hoge Duin en Daalseweg. Aan de linkerkant woonde de
Kinderpartijtje in de tuin van mijn ouderlijk huis 'La Comiche'.
Kijkend naar het jonge helmgras, met mijn moeder en mijn zuster, in de duinen
achter het huis.
familie Eldering: de heer des huizes was directeur van een
aannemersbedrijf. En aan de rechterkant zat de familie Hol-
trop. De heer Holtrop was president van de Nederlandse
Bank. Beide families hadden kinderen, maar die waren
ouder dan mijn zuster Marianne en ik. Om toch wat leef
tijdgenootjes te leren kennen, mocht ik een jaar vroeger dan
gebruikelijk naar de kleuterklas van de BSV, bij juffrouw
Van der Zwaan. Mijn oudere zuster zat daar al op school.
Mijnheer Wilson was in die tijd geen hoofd van de school
meer, maar wel keerde hij er jaarlijks terug in de gedaante
van een indrukwekkende Sinterklaas.
Toen de bewoners van villa 'Dunenburg' tegenover ons gin
gen verhuizen, kwam de familie Vertregt daar wonen. Met
Ons Bloemendaal, 26e jaargang, nummer 2, zomer 2002
17