keken als het hele Mr. Enschedépark met Kopje en al inmiddels verdwenen was, volgebouwd met dure villa's of vervangen door een eigentijds bejaar denoord. Maar nee. Alles was er nog, de dunne bomen, het struikgewas, de door boomwortels veroorzaakte hobbels in de paadjes. Zelfs het nog al lullige uitkijkplaatsje op de top, een ronde bak stenen muur. Onaangeraakt lag het decor van mijn jongensdroom in de stralen van de late mid dagzon, die in het westen als een gele vlek door de sluierbewolking prikte. Mijn conditie is nog even slecht als op mijn twaalfde jaar, stelde ik vast toen ik de top bereikt had. Van het destijds door mij gefotografeerde uitzicht was inderdaad niet veel over, door de hoogte van de bomen valt de waarde van het Aerdenhoutse Kopje als toeristische attractie wel te vergeten. Maar de geheimzinnige echo van de duinvallei in het westen, die kinderstemmen en hondengeblaf zo merkwaardig dichtbij doet zijn, die is intact. O, verloren tijd van zon en zeepkist, mijmerde ik ontroerd. Het stenen halve cirkeltje op zuiltjes, dat vijfenveertig jaar geleden ook al vergeefs suggereerde dat je van hier zelfs Amsterdam zou kunnen zien lig gen, bleek plaatsgemaakt te hebben voor de spo ren van wat moderne kinderen tegenwoordig op het Kopje doen. Er was zo te zien recentelijk een behoorlijke fik gestookt. Een soort van heidens vreugdevuur. De vele scherven van bierflesjes, doppen van Bacardi Breezer en plastic pijpjes uit de koffieshop deden grote pret veronderstellen. Het Kopje gaat nooit verloren, dacht ik. En daalde af, naar het oosten, naar Haarlem en haar weedom."... Lennaert Nijgh Lennaert Nijgh (12) fotografeerde met zijn Agfa Clack deze dramatische 'crash' van zijn vriendje Herman Heijerman en de zeepkist. De crash werd in scène gezet op het Aerdenhoutse Kopje in maart 1957. Ons Bloemendaal, 26e jaargang, nummer 2, zomer 2002 21

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2002 | | pagina 23