Joodse begraafplaatsen Joodse begraafplaatsen wijken op sommige punten af van andere be graafplaatsen. Dit hangt samen met de joodse tradities. Enkele daaruit voortvloeiende zaken die men op de begraafplaats Overveen ook zal aantreffen, worden hier kort genoemd. Het spreekt vanzelf dat de kleding der bezoekers van eerbied moet ge tuigen. Mannen betreden de begraafplaats altijd met een gedekt hoofd. Grafrust Een van de elementaire geloofspunten binnen het jodendom is de wederopstanding van de gestorvenen. Daarom is er de plicht van de eeuwige grafrust. Het lichaam moet op dezelf de plek blijven rusten tot het moment van de opstanding is gekomen. Graven mogen dus niet geruimd of verplaatst worden. Matsewes, grafstenen In de Tora, het Oude Testament, staat al beschreven dat aartsvader Jacob een steen plaatste op het graf van zijn vrouw Rachel. Het is dan ook een godsdienstige plicht om binnen een jaar na het overlijden een steen op het graf te plaatsen. Het is gebruikelijk om naast de joodse naam van de overle dene de joodse naam van de vader en ook de joodse naam van de moeder te vermelden. Verder de joodse sterfdatum en de joodse geboortedatum, maar ook de zogeheten bur gerlijke sterfdatum en geboortedatum mag vermeld wor den. Soms worden speciale deugden van de overledene genoemd of de functies die binnen de joodse gemeenschap werden vervuld. Als laatste regel van de tekst staat er vaak een hebreeuwse afkorting die de wens uitdrukt dat de ziel van de overledene opgenomen zal worden in de bundel van het Eeuwige Leven. Speciale afbeeldingen op joodse grafstenen zijn schenkkan nen en opgeheven handen. Deze symboliek komt voort uit een eeuwenoude traditie waarin de joodse gemeente twee categoriën bevoorrechten kent, namelijk de priesters (de Kohaniem)de afstammelingen van Aharon, en de Levieten (Lewie-Iem) die in de Tempel van Jeruzalem de priesters bedienden. In de synagoge schenken de Levieten water over de handen van de Kohaniem bij wijze van wassing, waarna de priesters voor de Heilige Ark de zegen uitspreken met opgeheven handen en gespreide vingers. De schenkkan is dus het symbool voor een Leviet en de opgeheven handen komt men tegen op het graf van een priester, een Koheen. Met de term regel wordt in Joods-Nederlands een speciale rij aangeduid waarin op begraafplaatsen de rabbijnen (rab- baniem) of de kerkbestuurders (parnassiem) worden begra ven. Ook het kerkhof Overveen kent zo'n Parnosem-regel. De pomp van de Joodse Begraafplaats te Overveen (Foto Frans Wetting). 6 Ons Bloemendaal, 26e jaargang, nummer 3, herfst 2002

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2002 | | pagina 6