De verschillende soorten grafstenen De variatie in grafmonu menten, die in de loop der jaren is ontstaan, levert een boeiend beeld op van de wijze waarop in een bepaal de periode met de dood en de overledenen werd omge gaan. Deze grafcultuur blijkt uit de vormgeving, de ma teriaalkeuze en de decoratie van de grafmonumenten. Twee soorten graftekens komen veelvuldig voor: de liggende steen of zerk en de staande steen of stéle dan wel een combinatie van beide. Omdat er voorheen voornamelijk in de kerken werd begra ven, kwam in de eerste periode de liggende steen het mees te voor. Om te verhinderen dat over het graf gelopen werd, zoals in de kerk, werd soms een ijzeren hekwerk rondom de grafsteen geplaatst. De hoogte van het hek varieerde, maar kon tot een meter oplopen. De hekwerken zijn vaak een combinatie van smeedijzeren en gietijzeren elementen. Veel van deze hekwerken zijn verdwenen omdat gietijzer gemak kelijk afbreekt en gaat roesten. Smeedijzer is sterker maar kan gaan verbuigen. Ook werd het grafgebied wel afgezet met een ketting tussen twee stenen paaltjes of met een stang (zie bijvoorbeeld sommige oude graven naast de N.H. Kerk te Bloemendaal)Stenen banden en lage hagen waren ande re vormen van grafafzettingen. Bovengrondse grafkelders werden vaak afgesloten met een deur. In de negentiende eeuw bestonden er ook staande grafste nen al dan niet gecombineerd met een zerk. Ze zijn hoger en smaller dan de staande grafstenen uit de twintigste eeuw. De bedekking van de graven varieert. Liggende zerken be dekken vaak het hele grafgebied. Op graven met staande ste nen liggen vaak steentjes, tegels of plavuizen. Dikwijls wordt toestemming gegeven voor de aanleg van een tuintje. Behalve met een zerk of een staande steen kunnen graven ook gemarkeerd worden door obelisken, afgeknotte zuilen en kruisen (zie het mooie, met rozen omkranste kruis in het Adelbertuskerkhof aan de Dennenweg) Het kruis als grafteken komt natuurlijk vaak op begraafplaat sen voor, maar het meest op de rooms-katholieke. Het is van oudsher het universele symbool van verzoening en van de synthese tussen hemel en aarde. Als christelijk symbool betekent het ook het einde van het aardse leven. Een kruis met stralenkrans duidt op de dag der opstanding. Er zijn verschillende kruisvormen, maar het Latijnse kruis is het gangbaarst. De obelisk stamt uit de Egyptische oudheid en symboliseer de de macht en het eeuwige leven van de farao. Met zijn vier zijden en zijn piramidepunt gaf de obelisk aan dat de farao over de vier werelddelen en de hemel heerste. De Romeinen namen het gebruik van de obelisk over. Zo plaat sten zij twee obelisken voor het mausoleum van keizer Augustus. In de Renaissance werd de obelisk herontdekt voor gebruik bij graven. Bij het grafmonument van Willem de Zwijger in Delft zijn vier obelisken gebruikt op de hoe ken om het baldakijn omhoog te houden. Behalve als teken van onsterfelijkheid verbeelden ze ook standvastigheid en trouw. In de negentiende eeuw werd de vrijstaande obelisk een veel gebruikt gedenkteken om de onvergankelijke deugd van de overledene te memoreren. Ons Bloemendaal, 26e jaargang, nummer 3, herfst 2002 9

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2002 | | pagina 9