haar overlijden komt de boerderij in eigendom van jhr. mr. Jan Pieter Teding van Berkhout (1 786-18S6), haar schoonzoon. De Teding van Berkhouts hebben dan overigens nog meer boerde rijen te verpachten. De historie van de familie C. Uitendaal De familie die deze boerde rij als laatste bewoonde was die van Cees Uitendaal. Voor veel Bloemendalers is dit geen onbekende, maar eerder een legendarische boer die men regelmatig kon zien op zijn nabij het clubgebouw van de hockey club Bloemendaal gelegen boerderij. Aan zijn lange magere figuur in blauwe kiel en zijn trage loop op klompen, her kende men hem al van verre. Zijn ouders, Jacobus Uitendaal en Petronella M. van Scha- gen, bewoonden eerder een andere boerderij van de Teding van Berkhouts. Deze lag aan de Brederodelaan tegenover het huidige appartementengebouw Zomerzorg. Vroeger heette het hier de Kortelaan. Deze boerderij dateerde uit 1752 en was inmiddels zeer bouwvallig. Dus toen in 1907 de boer derij Huys te Bloemendaal leeg kwam, verhuisde Jaap Uitendaal met eigen paard en wagen zijn gezin, het huis raad en het vee. De boerderij aan de Kortelaan werd afge broken. Cees werd geboren op 30 juni 1896. Hij had een oudere broer Jan en drie zusjes en er waren drie halfzusjes uit een eerder huwelijk van zijn vader. Als kind bezocht Cees de Bloemendaalse gemeenteschool aan de Schoollaan (oftewel de De Genestetweg) waar meester IJzerman aan het hoofd stond. Zijn schoolvriendjes waren de jongens van Stals en Hogenbirk, waarmee hij vaak speelde. Zijn vader Jacobus werd in de Bloemendaalse volksmond 'Luie Jaap' genoemd niet zonder reden, want niet alleen zijn praten, maar ook zijn lopen ging hem traag af. Zoon Cees kreeg daar ook een trekje van mee, al kan men wat werken betreft niet van hen zeggen dat ze lui waren. Ze waren immers altijd druk doen de van de morgen tot de avond. Vader Jaap was wat aan de zuinige kant. Hij kocht vaak zijn huishoudelijke spullen op verkopingen en hij kon ook goed potten. Het gevolg is wel dat ze niet armlastig waren, maar Boerderij Huys te Bloemendaal met boer C. Uitendaal (foto coll. W. Post). het hield wel in dat Cees als kind al, met zijn zus en broer Jan, geld moest verdienen. Met een karretje vol bussen met melk van eigen koeien stuurde vader hen op pad langs de huizen in het Bloemendaalse villapark. De familie leverde ook melk aan het even verder gelegen Provinciaal Zieken huis. Ook na schooltijd, hij was dan net acht jaar, moest Cees thuis de koeien verzorgen en men vergete niet dat toen op een boerderij werktijden van vijf uur in de ochtend tot zeven uur in de avond normaal waren. Zijn verdiende cen tert moest Cees afgeven. Maar als hij 's zondags naar de kerk ging, kreeg hij wel een paar centen mee voor de collectezak. Menig keer zette hij deze om bij bakker Slot in een puntzak koekkruimels. De Uitendaals kerkten in de rooms-katholieke kerk in het Kleverpark of in Overveen. Meestal ging de familie hier met paard en wagen naar toe. Later, toen de ENET-tram van Bloemendaal door het Kleverpark naar Haarlem reed, maak te zijn moeder hiervan voor het naar de kerk gaan wel ge bruik. Maar Cees mocht dan niet mee. Hij moest maar lo pen, de tram was immers veel te duur. Op wat latere leeftijd kreeg Cees verkering met een meisje uit de buurt: Cornelia Bakker, de dochter van jachtopziener Jan Bakker en Betje van Nobelen. De familie woont op een steenworp afstand, in het duin nabij het tegenwoordige Kopje aan de Hoge Duin en Daalseweg. Eenmaal per week gaat het jonge stel uit dansen in Haarlem bij Jantje Bongers in de Begijnestraat - een danstent in hun stijl, immers met hoofdzakelijk boeren en buitenlui. Ons Bloemendaal, 27e jaargang, nummer 3, herfst 2003 9

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2003 | | pagina 11