WHT" Zo ontwikkelde zich in het Gooi het hallehuis met van oorsprong de grote ingang midden in de achter zijde en dus een deel in de lengte richting van de boerderij (midden- langsdeel)tot een boerderij met ingangen aan de lange zijgevel en dus een deel die dwars kwam te liggen (dwarsdeel)Deze verande ring kwam tot stand doordat aan het einde van de 19e eeuw het ach terste gedeelte van de deel dienst ging doen als hooiberging. Hierdoor verdwenen de deuren uit de achtergevel en kwam de ontslui ting van het bedrijfsgedeelte in de zijgevel. Het hooi werd voortaan bewaard in een open kapberg op het erf. Een ander gegeven bij de boerenbedrijven op de schrale zandgronden in het Gooi was hun behoefte aan mest. De stallen waren daardoor nog lange tijd potstallen. Dat wil zeggen dat het vee op de eigen mest stond, waaraan regel matig stro, plaggen of aarde werden toegevoegd (red. zie artikel 'Boerderijen in Bloemendaal' onder 'Middenduin'). Hierdoor werd een grotere hoeveelheid mest verkregen, maar het vee kwam ook steeds hoger te staan. Door de op komst van de kunstmest werden in de 20ste eeuw deze pot stallen veranderd in meer hygiënische grupstallen waarin de mest via een mestgoot (grup) achter het vee, werd afge voerd. Bodemgesteldheid Sociaal-economische verschillen tussen de diverse gebieden in Noord-Holland bepalen samen met verschillen in be drijfsvoering eveneens de verschillen in boerderij vorm. De bodemgesteldheid is hierbij een welhaast essentiële factor, zoals blijkt uit de landbouwkundige verschillen en opbreng sten in de veen (weide) gebieden, de schrale zandgronden en de gebieden waar de duinen bepalend waren voor het wa terniveau in het land daarachter. Zo moest in de jaren veer tig van de 19e eeuw een aanzienlijk deel van de uit zeshon derd zielen bestaande bevolking van Bloemendaal (96 hui zen) vooral ook in haar levensonderhoud voorzien door te werken in de tuinen van de talrijke 'hofsteden' die welge stelde kooplui uit Amsterdam daar al generaties lang beza ten. Voor zover er landbouw werd bedreven was die klein schalig, met in de genoemde periode van de 19e eeuw een opkomst van de bollenteelt (hyacinthen) en warmoezerij (groentekwekerijen). In het gehucht Vogelenzang voorza gen de 7 8 huisgezinnen (440 inwoners) ook in hun levens onderhoud door te werken voor de vermogende bewoners van de 'buitengoederen' en in toenemende mate met het kweken van aardappelen. De veeteelt stond in dienst van de akkerbouw, maar de melkproductie en de zuivelbereiding was eveneens van belang, zoals de indeling van verschillen de boerderijen met melkkelder en opkamer laat zien. Hier geen koeien, twee-aan-twee tussen de koeschotten met de koppen naar de muur zoals in de hoge stolp, maar lagere en langgerektere boerderijen waar het vee gericht was op de centrale voergang of voerdeel. Met ankerbalkgebinten als zelfdragende draagconstructie of een mengvorm van anker- balk- en dekbalkgebint, en zelfs moderne constructies met in de muren opgelegde balken zoals de boerderij Eindhoeve in Vogelenzang laat zien. Daarmee zorgen de boerderijen rond Bloemendaal voor variatie op de Noord-Hollandse boerderijenkaart, zoals ook het hooihuis (een boerderij met een vast aangebouwde hooiberg) in het Waterland ten noor den van Amsterdam, de zuivelboerderijen in Amstelland (met hun aangebouwde melkkelder en opkamer) en de typi sche L-vormige boerderijen op Wieringen (met haaks aange bouwde dwarsdeelschuren) voor meer variatie zorgen dan de blikvangende stolpen op het eerste gezicht suggereren. En dan is er nog de speciale situatie in de Haarlemmermeer, waar de overheid wel verantwoordelijk was voor de inpol dering, maar waar de boerderij bouw werd overgelaten aan de inzichten van de investeerders, pachters en boerderij- eigenaren uit geheel Nederland. Hierdoor verrezen er in deze nieuwe polder verschillende boerderijvormen, zelfs met buitenlandse invloeden, en verdween de traditionele, streekgebonden boerderijbouw (net als in de Wieringer- meer) langzaam naar de achtergrond. Maar ook zonder deze ontwikkeling kent het Noord-Hollandse boerderijenbestand vele gezichten. o87 j'36l JUb j P-Ü Ons Bloemendaal, 27e jaargang, nummer 3, herfst 2003 7

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2003 | | pagina 9