Het Hongaars Strijkkwartet en Oscar IVIendlik door Grad de Graaff Van zondag 3 april tot en met zondag 24 april hangt in de tentoon stellingsruimte 'Achter de Zuilen' van het gemeentehuis in Bloemen - daal een groot aantal werken van de Hongaarse kunstschilder Oscar Mendlik (1871-1963). Mendlik woonde met zijn vrouw Julia Mijnssen in de villa Erdölak in Aerdenhout die ze in 1903 lieten bou wen. Hij maakte daar bijna zestig jaar lang prachtige portretten en zeegezichten. De krijttekening van het Hongaars Strijkkwartet op de voor pagina is om verschillende redenen interessant: als histo risch belangrijk document en als één van de weinige groepsportretten die door Mendlik zijn gemaakt. De afgebeelde musici zijn van links naar rechts: Zoltan Székely - 1ste viool; Alexandre Moskowsky 2de viool; Dénes Koromzay - altviool; en Vilmos Palotai cello. Met uitzondering van Moskowsky, die in Rusland is geboren, zijn de drie anderen afkomstig uit Hongarije, waar ze de Franz Liszt Academie in Boedapest hebben gevolgd. Zoltan en Mientje Székely Zoltan Székely (1903 - 2001) is de zoon van een arts, die na de Eerste Wereldoorlog op de treinen van het Rode Kruis Hongaarse kinderen naar pleeggezinnen in Nederland bege leidt. In 1922 regelt hij voor Zoltan een verblijf in Nijmegen bij de familie Everts. Dochter Igminia (Mientje) Everts, medewerkster van het Rode Kruis en violiste, trouwt Zoltan enkele jaren later. Zoltan treedt als solist op bij verschillende orkesten in Ne derland en krijgt in 1922 de gelegenheid voor te spelen bij Mengelberg. Met Béla Bartók (1881-1945), de Hongaarse componist en pianist speelt hij diens tweede sonate in de Kleine Zaal van het Amsterdams Concertgebouw. Bartók wordt een goede vriend met wie Zoltan langdurig persoon lijk en schriftelijk contact houdt en die aan hem zijn enige vioolconcert op draagt. Het Rietveldhuis in Bloemendaal In 1935 betrekken Zoltan en Mientje een huis in Bloemen daal dat ze door de architect Rietveld hebben laten bouwen. Door de gebruikelijke functionele indeling die Rietveld han teerde, was het huis naast bewoning tevens geschikt voor muziekrepetities. Ook weten we dat er een speciale berg plaats was aangebracht voor de viool van Zoltan, een Stradivarius van 1718, de 'Michelangelo' genaamd. Twee jaar later, in 1937, sluit Zoltan zich als 1ste violist aan bij het Hongaars Strijkkwartet. Zowel als solist maar ook in zijn functie als leider van het kamermuziekkwartet heeft Zoltan veel succes en wordt hij alom beschouwd als één der bekwaamste violisten ter wereld. De oorlog De Tweede Wereldoorlog verstoort het patroon van optre dens in het buitenland. Eerst zijn er nog concerten in Ne derland, maar vanaf 1941 wordt het steeds moeilijker om het hoofd boven water te houden. John de Jong Schouwen burg, later bestuurslid van het Amsterdams Concertgebouw, neemt tijdens de hongerwinter het initiatief om privé-con- certen te organiseren in eigen huis en in dat van vijftien welgestelde mede-inwoners van Aerdenhout. Genodigen betalen in natura, bijvoorbeeld met een brood, een zakje erwten of een stukje zeep. Waarschijnlijk heeft Oscar Mendlik bij één van die gelegen heden, of anders tijdens een repetitie, de krijttekening ge maakt. Mendlik beeldde zelden personen ten voeten uit af. Wat deze tekening betreft kun je je afvragen of de verhou dingen van de bovenlichamen met de armen en benen wel goed zijn getroffen, maar dit neemt niet weg dat de ernst en de toewijding bij het samenspel van de kwartetleden heel duidelijk in beeld zijn gebracht. Je ziet en hoort ze als het ware muziek maken, deze musici zijn springlevende men sen! Buitenland Als de oorlog ten einde is, geeft het Hongaars Strijkkwartet weer openbare concerten, te beginnen in Nederland; acht maanden na de bevrijding komen de buitenlandse toernees. In 1948 vindt met succes het debuut in New York plaats, waarna de leden in de volgende jaren hun domicilie in de Verenigde Staten zoeken. In 1972 wordt het Hongaars Strijkkwartet na vele wereld- 10 Ons Bloemendaal, 29e jaargang, nummer 1, lente 2005

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2005 | | pagina 10