De Bloemendaalse
Gemeenteraad in
benarde tijden
Door H. Pieterson
De heer H. Pieterson heeft zich door middel van veel research verdiept
in het handelen van de gemeenteraad in de periode 1938-1941Dit
is een bewerking van het stuk dat hij ons welwillend ter beschikking
stelde.
In wat voor bestuursklimaat functioneerde de gemeenteraad
van Bloemendaal nadat de Duitsers de macht gegrepen had
den? Op 29 mei 1941 werd Rijkscommissaris Seys-Inquart
geïnstalleerd in de Ridderzaal. Vier General-Kommissare
bracht hij mee uit Oostenrijk en die hielden toezicht op
onderdelen van het overheidsapparaat en op het openbaar
leven. De Duitsers verstrekten richtlijnen, controleerden,
straften maar de uitvoering van de meeste maatregelen liet
men over aan de Nederlandse instanties. Al in 1937 had de
ministerraad met het oog op een mogelijke vijandige inval
en bezetting zogenaamde "aanwijzingen"opgesteld, maar
die zijn nooit breed verspreid uit angst dat men te nerveus
zou worden. Na de bezetting herinnerden sommige ambte
naren die brief en lazen: 'de ambtenaren zullen in het
belang van de bevolking er naar streven dat het bestuur ook
onder de gewijzigde omstandigheden zo goed mogelijk zijn
taken blijft vervullen.'
Samenstelling Gemeenteraad
Hoe reageerde de gemeenteraad destijds op de oorlogsdrei
ging en de bezetting? Om dit na te gaan zijn alle raadsver-
slagen, van zowel openbare als besloten vergaderingen
onderzocht in de periode van maart 1938, de bezetting van
Oostenrijk, tot de opheffing van de gemeenteraden door de
bezetter op 1 september 1941Dit tegen de achtergrond van
een relatief snel groeiende gemeente in de dertiger jaren.
Telde Bloemendaal op 1 januari 1930 13.500 inwoners, op
1 januari 1940 waren dat er al 17.100.
De gemeenteraad bestond uit 15 leden met een zetelverde
ling die er in 1939 als volgt uitzag:
Rooms Katholieke Staatspartij (RKS) 4
Liberale Staatspartij (LS) 3
Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP) 2
Christelijk Historische Unie(CHU) 3
Vrijzinnig Democratische Bond(VDB) 2
Anti Revolutionaire Partij (ARP 1
Nationaal Herstel
De rechtse partij Nationaal Herstel had in 1935 nog wel een
zetel maar raakte deze in 1939 kwijt. Tot wethouders wer
den in 1939 Adr. Cassee en J. Ouwehand benoemd.
Burgemeester was Jhr. Mr. C.J.A. den Tex.
De oorlogsdreiging
De dreiging van een oorlog dringt in 1938 nog nauwelijks
door tot raadszaal en notulen. Pas in oktober 1938 komt die
voor de eerste keer in de marge ter sprake maar vooral om
dat dan net de eerste verduisteringsproef is gehouden. En
dan nog gaat het meer over de kosten van de maatregelen.
In de vergadering van 20 oktober van dat jaar spreekt de
voorzitter zijn verwondering uit dat 'slechts 4 van de 200
brochures over de te nemen maatsregelen bij luchtaanvallen
zijn verkocht'. En drie maanden later klinkt het dat: 'parti
culieren een gasmasker kunnen aanschaffen voor 20 gulden
zwaar model) en voor 5 gulden een volksgasmasker.'
Een vergadering later blijkt teleurstelling vanwege het feit
dat slechts 42 ingezetenen een drietal voorlichtingsbijeen
komsten bezochten en er slechts 27 gasmaskers zijn ver
kocht. De bevolking vindt dat de gemeente de gasmaskers
maar gratis moet verstrekken. De oplossing is pragmatisch.
Iedere vrijwilliger bij de Luchtbeschermingsdienst heeft
recht op een gasmasker en er stromen ineens 1200 leden
toe.
Het aanleggen van schuilloopgraven heeft niet echt de
hoogste prioriteit; de raad steekt wel de eigen kop in het
zand. Opmerkingen als 'wachten tot de volgende vergade
ring; de internationale situatie kan zich ontspannen' en
'Bloemendaal hoeft niets te vrezen' klinken in de raadszaal.
De gemeente is in de laagste risicoklasse ingedeeld (3) en
men is beducht voor paniek onder de bevolking.
Pas eind 1939 wordt er begonnen met de aanleg.
Sneller is men met de uitbreiding van de luchtbescher
mingsdienst en de aanschaf voor materiaal voor de brand
weer.
Na de installatie van de nieuwe raad op 5 september 1939
komt de internationale toestand serieus aan de orde. De
voorzitter: "Mevrouw, Mijne Heren, In de eerste raadsverga
dering na de mobilisatie in 1914 ving men de vergadering
aan met de behandeling van het debat voor een wijziging
van de schoolgeldverordening. Die Hollandsche flegma te
evenaren is mij niet mogelijk. Ik zou me dan ook niet willen
bepalen tot een woord van welkom voor de nieuwe leden,
maar ook een woord tot den raad in zijn geheel willen rich
ten. De ernst van de dagen zal geen van u ontveinzen. Iets
anders is echter het zich instellen op geheel nieuwe verhou
dingen. Immers, wij zijn 100 jaar aan den vrede gewend en
ook de mobilisatie van 1914 heeft de burgerlijke bevolking
niet zoo onmiddellijk bij den oorlog betrokken als thans
door de luchtoorlog geschiedt. Wij moeten ons dus instellen
14
Ons Bloemendaal, 29e jaargang, nummer 1, lente 2005