Het 25-jarige jubileum van dokter Bos in 1947, met naast zich zijn vrouw Jo. mijn man. Ik heb in mijn leven kapitalen vertelefoneerd. Aan applaus zal ik geen behoefte meer hebben. Applaus kan bedwelmen, maar ook vervelen. Gevierd zijn is ook wel eens lastig als men onopgemerkt wil leven. De vereerders weten mijn huis en mijn tuin te vinden en de telefoon is een rustverstoorder. Toen ik nog jong was zei ik het al als ik vijftig jaar ben, hou ik ermee op. Dan ga ik bij een boer op de Veluwe wonen en elke dag met mijn honden over de heide wande len. Nu ben ik zesenvijftig geworden, dat 'bij-die-boer- wonen' gaat niet door en elke dag over de heide wandelen wordt ook vervelend. Maar onopgemerkt mijn eigen leven te mogen leven moet heerlijk zijn niet meer als Jo Vincent maar gewoon als mevrouw Bos" Tot zover haar terugblik Schaatsen Als ik (de heer Bersee, red.) in de wintervakanties bij mijn neefje Jan logeerde en er ijs lag op de Brouwerskolk, schaatsten we daar. Soms kwam Jo Vincent ook schaatsen. Ze had haar handen in een 'mof gestoken en zwierde en zwaaide lustig met ons, kinderen, mee. In de zomer, als het mooi weer was, reeds ze wel eens mee met haar man, dok ter Bos, als hij zijn patiënten bezocht. De kap van de auto was dan neergelaten en al gauw stonden er kinderen om de auto als de dokter bij een patiënt was. Jo hield van kinderen. Ze was in Overveen een gezien en gerespecteerd figuur, vriendelijk voor iedereen. Een enkele maal zong Jo in de RK-kerk aan de Korte Zijlweg in Overveen, waar een goede akoestiek is. Met mijn vader was ik daar eens bij. Het was een genot om haar te horen zingen, onvergetelijk. Maar roem is vergankelijk alleen wij ouderen herinneren ons nog de stem van een der grootste zangeressen Jo Vincent. 26 Ons Bloemendaal, 29e jaargang, nummer 1, lente 2005

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2005 | | pagina 26