Tussen het groen
Zorgen om
paardenkastanje
Door Loes de Vita
De zomer loopt alweer aardig tegen zijn einde. Het volle
groen van bomen en heesters begint over te gaan in de
goudgele en dieprode tinten die zo kenmerkend zijn voor
het naderende herfstseizoen. Bomen die vruchten dragen,
zoals eik, beuk en kastanje zijn dit jaar zwaar beladen.
De paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) trakteert ons
het gehele jaar door op een afwisselend beeld. Aan het einde
van de winter zijn de dikke,veelbelovende bladknoppen aan
de decoratieve takken al goed zichtbaar. Het opmerkelijke
handvormige blad geeft de boom vervolgens een dicht bla
derdak. In mei ontluiken de bloemen van de kastanje. Dan
lijkt het alsof de boom met kaarsen is bedekt. De bloem
trossen dragen witte (of rode) bloemen met gele en rode
vlekjes. Zij hebben een niet te weerstane aantrekkingskracht
op bijen en hommels. Na de bloei ontstaan de forse geste-
kelde vruchten die zaad dragen in de vorm van glanzende,
mahoniekleurige kastanjes.
Ook landschappelijk gezien is de paardenkastanje een uiter
mate sfeer- en beeldbepalende boom die je op de meest uit
eenlopende plaatsen tegenkomt.
Langs lanen of op het erf van een oude boerderij waar de
boom soms al meer dan honderd jaar zorgt voor schaduwrij
ke koelte op warme zomerdagen. Midden op het gazon, voor
een statig buiten lijkt de indrukwekkende kastanje nog meer
aanzien aan het landgoed te verlenen. Kortom, de paarden
kastanje is niet meer weg te denken uit onze leefomgeving.
Het is dan ook zeer verontrustend dat juist deze reus wordt
bedreigd door een nog niet te bestrijden ziekte, ook wel
bloedingsziekte genoemd. Drie jaar geleden deden zich in
het westen van Nederland de eerste gevallen voor. In de
loop van vorig jaar verspreidde de ziekte zich over het gehe
le land. Ook in Duitsland, Frankrijk, België en Engeland
komt de aandoening voor.
In de beginfase vertoont de stam vlekken. De stroperige
vloeistof die normaal van boven naar beneden door de
boombast stroomt om de wortels te voeden, bloedt uit de
stam en laat roestbruine en daarna zwarte korsten achter. In
het daaropvolgende jaar begint de bast te scheuren zodat het
transport van de suikerstroom op den duur helemaal niet
meer mogelijk is en de boom sterft.
Momenteel verricht men naarstig onderzoek naar de aard
van de mysterieuze ziekteverwekker. Vele mogelijkheden -
schimmel, bacterie, virus of zelfs abiotische oorzaken - kun
nen een rol spelen. Er is bijzondere aandacht voor phy-
tophthoraschimmel, maar het is nog niet aangetoond dat
deze de werkelijke veroorzaker is.
Met behulp van de Werkgroep Aesculaap tracht men een
goed overzicht te krijgen van de ernst van de situatie en van
mogelijke verspreidingspatronen. Gelukkig beseffen veel
gemeenten hoe belangrijk het is voor deze inventarisatie de
krachten te bundelen. Ten tijde van het schrijven van dit
stukje kwam Bloemendaal nog niet voor op de lijst van deel
nemers maar hopelijk is dit inmiddels veranderd. Wij twij
felen er echter niet aan dat men in onze groene gemeente de
paardenkastanje nauwlettend in de gaten houdt.
Voorlopig nog maar even geen paniek en geen bomen kap
pen. Gezien het intensieve wetenschappelijk speurwerk naar
deze ziekte is binnen afzienbare tijd een door
braak in het onderzoek te verwachten.
Voor de zekerheid maar wél een flinke post
opnemen in de gemeentelijke begroting voor
ziektebestrijding en voor nieuwe aanplant. Er
dienen zich immers alweer alarmerende berich
ten aan over een schimmelziekte die inheemse
bomen en struiken, zoals beuk, kastanje, bosbes
en eik bedreigt. In ons land is deze ziekte al aan
getroffen op rhododendron en meer recent op
de Amerikaanse eik (Quercus rubra)Of bezorg
ik u nu slapeloze nachten
Bronnen:
- Werkgroep Aesculaap, Nederlandse Bomenstichting,
Praktijkonderzoek Plant en Omgeving Wageningen.
Paardenkastanje voor boerderij Sinnevelt op 27 mei 1878
De boom staat er nog altijd, maar is nu ziek (foto part. collectie fain. J. Sintenie).
14
Ons Bloemendaal, 29e jaargang, nummer 3, heest 2005