dig bewaard gebleven stationsgebouw uit het laatste kwart
van de 19de eeuw. Architectuurhistorisch, cultuurhistorisch
en typologisch is het van algemeen belang. Hoofdvorm,
detaillering en toegepast materiaal zijn als gaaf te beschou
wen. Het interieur is qua indeling bewaard gebleven. Diverse
rustieke details, zoals veranda en houtsnijwerk, zijn voor een
stationsgebouw uniek en bovendien qua stijl in overeen
stemming met de omgeving zowel met de natuur als met
de stijl van de villabouw die omstreeks 1880 in deze contrei
en als kenmerkerkend wordt beschouwd.
Ook wordt de 'situationele waarde' bij de overwegingen
meegenomen: het beeldbepalend karakter dat dit stationsge
bouw heeft bij de driesprong Leidsevaartweg - Bekslaan.
Over de restauratie
Geadviseerd door het bureau Six Architects bna uit Zeist is
door Schouwspel een restauratie van start gegaan. Een
onvermijdelijke functiewijziging (het hoofdgebouw wordt
ingericht als 'modelwoning') is doorgevoerd, maar met
respect voor de 'ziel' van dit historisch object. Het oor
spronkelijke ontwerp heeft als leidraad gediend. Latere ver
anderingen zijn ongedaan maakt en elementen als vloeren,
plafonds en ruimtes, zijn zoveel mogelijk in oude staat her
steld. De oude aanbouw van de noordzijde, in 1984 ges
loopt, is weer aanwezig maar als serre vanuit het hoofdge
bouw toegankelijk.
Tot slot
Als u dit te leest moet de restauratie achter de rug zijn.
Immers volgens planning moet het hoofdgebouw vanaf
1 juli weer als bedrijfsruimte operationeel zijn. Dat de zo
karakteristieke muurdecoraties aan de perronzijde buiten de
restauratie gebleven zijn, kan men spijtig noemen. Gezien
de kosten die een afdoende bestrijding van de voortschrij
dende vervaging met zich brengt, is dit echter weinig ver
wonderlijk. Aan de lofwaardigheid van de moeite die men
zich getroost heeft om dit bijzondere gebouw voor de
gemeenschap te behouden, doet dit echter geheel geen
afbreuk.
Bronnen:
- L. van Emmerik: Het Station Vogelenzang/Spoorweghalte Mannepad bij
Woestduin. Ons Bloemendaal, 1984, nr. 2
- H. Spijkerman: Het station Vogelenzang. Ons Bloemendaal, 1997, nr 4
- Will de Nagtegaal-Landeweer: Woestduin in heden en verleden. Ons
Bloemendaal, 1997, nr. 4
Met dank aan drs. Ernst van der Kleij voor informatie het provinciale inven
tarisatie- en selectieproject en aan Jantien Lindeman met betrekking tot de
recente restauratie.
Het station Heemstede-Aerdenhout kwam er pas veel
later - lang nadat de uit 1842 daterende halteplaatsen al
weer waren opgeheven.
Het Kromme Lijntje
De HIJSM willigde niet alle verzoeken om extra stop
plaatsen in. Het tegendeel is soms het geval geweest. Zo
werd het verzoek van mr. A.H. van Wickevoort
Crommelin in Heemstede om een halte te openen afge
wezen. Ook nadien ondergingen de pogingen van of
namens bewoners van Heemstede, Berkenrode,
Bloemendaal en Zandvoort hetzelfde lot. De HIJSM
wenste een snelle verbinding tussen Amsterdam en
Rotterdam en daarom kon men niet bij elk dorp of
gehucht stoppen.
Zodra de lijn naar Leiden in gebruik komt, blijkt dit
principe door de HIJSM niet consequent in praktijk
gebracht. Het traject telt dan immers een vijftal halte
plaatsen: Vogelenzang, Hillegommerbeek,
Veenenburg, Piet Gijzenbrug en Warmond. Van
Wickevoort die hieromtrent opheldering vraagt, ver
neemt dat dit bij de verkoop door de grondeigenaren is
afgedwongen. Dwarsliggers kregen kennelijk hun zin,
anderen werden met een kluitje het riet in gestuurd.
Als hem later ter ore komt dat de HIJSM op het baanvak
Den Haag-Rotterdam op het probleem stuit dat in Delft
een laantje de spoorbaan kruist en dat het verwerven
van dit terrein niet eenvoudig loopt ziet Van
Wickevoort Crommelin zijn kans schoon. Met twee
kompanen, J. van der Meije en A.K. van Lennep, weet
hij in 1846 de eigenaar Jacob van der Gaag over te
halen zijn laantje aan hen te verkopen. Vervolgens bie
den ze het aan de HIJSM aan. De prijs is schappelijk,
maar als voorwaarde geldt dat er in Heemstede een hal
te komt.
De HIJSM laat zich echter niet dwingen. Eerst overweegt
men een onteigeningsprocedure, maar vanwege de tijd
die zulks vergt, komt er een andere oplossing. Men ziet
van overname af en legt om het gebied van het laantje
een spoorlijn aan. In de volksmond zal dit vanwege de
bochten het Kromme Lijntje genoemd worden tevens
verwijzend naar Van Wickevoort Crommelin. Het is
maar vier dagen gebruikt. Als de HIJSM dan nog niet
voor het voorstel zwicht, besluit het drietal de grond
om niet aan de HIJSM over te dragen - zonder verdere
voorwaarden.
Bron: www.spoorzoeker.nu
Ons Bloemendaal, 29e jaargang, nummer 3, herfst 2005
27