De indeling van de Adventskerk
Langs het pad naar de entree van de kerk staan door Sijmons
ontworpen lampen die de vorm van muzieknoten lijken te
hebben; of hij dit echt ook zo bedoelde, is echter de vraag.
In het verlengde van dit pad staat de toren van de kerk,
gekenmerkt door dezelfde bouwkundige verhoudingen
als dit toegangspad. De toren loopt tot in de kerk door en
symboliseert, met zijn basis op een kale betonnen plaat, de
verbinding tussen hemel en aarde.
Achter deze voet van de toren treft men een lange witte
gesloten wand, symbool staand voor 'een niet getekende
kruisweg'. Deze muur verbindt het profane en het
liturgische deel van de kerk. Naar links loopt de muur langs
de kerkzaal, omvat als een soort arm de kansel en eindigt
daar. Naar rechts loopt de wand door naar de zuidelijke
vleugel waarin onder andere de catechisatielokalen en een
keuken zijn ondergebracht. Buiten liep al in het oorspronke
lijke ontwerp deze wand, opengewerkt, door om te dienen
als afscheiding voor de speelplaats van de kinderen.
In 1958 was hiervoor echter geen geld beschikbaar maar bij
verbouwing van de kerk kon onlangs dit deel alsnog worden
gerealiseerd. Dat deze wand doorloopt van de kansel naar
de kinderen, is op te vatten als een symbolisering van de
gedachte 'laat de kinderen tot mij komen'.
Kerkzaal
De kerkzaal is te kenmerken als een hoge ruimte die lijkt te
worden gedragen door de lage ruimten er omheen. Vanuit
de kansel gezien worden de drie bogen van het dak steeds
groter waarmee Sijmons het gesproken woord verbeeldt
dat zich als waterkringen in een vijver steeds verder ver
spreidt. De doopvont staat
in het midden tussen de
mensen, aldus benadruk
kend dat men hier lid van
de gemeente wordt. De
Avondmaalstafel staat in
de lage ruimte om aan het
gedenken een meer intieme
sfeer te bieden. Door deze
tafel hier te plaatsen ont
staat er ook de beweging in
de gemeente die Sijmons zo
belangrijk vond.
De kansel staat op de plek
waar het hoge en het lage
deel samenkomen. Ach
ter de kansel is een groot
vierkant raam vanwaar het
licht precies op de kansel
schijnt. Het rode licht dat
vanaf de andere zijde op de
kansel valt, heeft als pret
tige bijkomstigheid dat de
dominee er altijd gezond
uitziet.
Geliefd en verguisd
Sijmons heeft op deze wijze
een bewegingskerk willen creëren waar het woord centraal
staat, een echt liturgisch centrum. Eerder is de al vanaf het
begin bestaande controverse vermeld tussen degenen die de
schoonheid roemden en zij die deze kerk het liefst gesloopt
zouden zien. Maar ook latere gebruikers zijn verdeeld.
Er zijn er die de bewegingskerk van Sijmons waarderen,
maar anderen vinden het ontwerp te dwingend. Waarom
moet men de indeling van de architect hanteren als de
gemeente het liever anders ziet? De mooie symboliek die
in zoveel elementen van de kerk verstopt zit, is niet meteen
voor iedereen duidelijk maar maakt dat nu misschien niet
van deze kerk een verborgen juweel?
Met dank aan Nienke Schepers en de hervormde gemeente
Aerdenhout
Ons Bloemendaal, 31e jaargang, nummer 3, herfst 2007
13