Haardpartii op de begane grond
bij het licht van de vlammen. Grootmoeder De
Clercq schikte eerst haar haarstukje en stond daarna
haar mannetje. Tegen de ochtend bleken de hele
zolderverdieping en de vier hoeken van de eerste
verdieping door de brand verwoest te zijn.
De familie was dakloos. Riets stond niets anders te
doen dan bij het krieken van de dag naar De Rijp
te fietsen om haar ouders het bericht van de ramp
te brengen. Deze waren blij verrast zo vroeg op
Nieuwjaarsochtend hun dochter te zien en vroegen
zich af, waar toch de rooklucht die in haar kleren
hing, vandaan kwam. Dat was snel duidelijk, ook
dat er nu vanzelfsprekend aan vader, moeder, de
vijf kinderen, de twee dienstbodes en de kinderjuf
frouw onderdak werd geboden. Dat dit niet voor
even was, realiseerde men zich maar al te goed.
In zijn Herinneringen schreef vader Stoop droog
jes: 1 Januari afbranden van de Boekhorst. De De
Clercq's bij ons lang te logeeren. Opbouw van de
Boekhorst,waarvan de kosten bedragen 1 1 6.000."
Wat was de oorzaak van de brand geweest, waar
van wel duidelijk was dat hij op zolder was ont
staan? Van Loghem was in deze jaren een gevierd
en drukbezet architect. Hij ontwierp, vervuld van
socialistische idealen, complexen volkswonin
gen, bijvoorbeeld aan de Kleverlaan in Haarlem.
Daarnaast bouwde hij villa's in 'totaalarchitec
tuur' in Haarlem Zuid. Hij was geheel in de ban
van de Revolutie in Rusland geraakt en in de jaren
'20 heeft hij getracht bij de opbouw van de jonge
Sovjet-Unie te helpen door in Siberië huizen te
bouwen. De Clercq, ook vooruitstrevend, maar ze
ker geen socialist, wilde graag dat Van Loghem een
smaakvol onderkomen voor zijn zoons ontwierp.
De jongenskamer was echter slechts een kleine klus
en de drukbezette Van Loghem heeft misschien de
bouwvakkers onvoldoende gecontroleerd. De open
haard was niet goed geïsoleerd waardoor de balken eronder
konden gaan smeulen en de brand ontstond.
De vernieuwde Boekhorst
Het is duidelijk dat voor de herbouw zeker niet Van Loghem
gekozen zou worden. In deze jaren bouwde het architecten
duo Mulder en Van Asdonk tot tevredenheid van verschei
dene Bloemendaalse opdrachtgevers. Men ging dus met hen
in zee.
Het resultaat van hun werk is De Boekhorst zoals die er
thans nog staat: wel 'beeldbepalend' maar van een enigszins
hybride architectuur. Het is dan ook niet verwonderlijk dat
het huis niet als gemeentelijk monument is aangemerkt bij
het vaststellen van de monumentenlijst. De veranderingen
gaven wel veel meer comfort.
Allereerst werd de kap verhoogd, waardoor er op zolder
een volwaardige slaapverdieping ontstond. Deze kap werd
bekroond met een koepeltje met bel. Bovenop het koepeltje
een windwijzer, voorstellende een boer, die met zijn rug
naar de wind tegen zijn zeis leunt: De Clercq, wanneer hij
na gedane arbeid op De Boekhorst kon rusten (zie foto pag.
28). De traptoren werd eveneens verhoogd voor een ruime
bergzolder. Er kwam een ronde koepel, bedekt met zink,
afgewerkt met een knop. Zo kort na de Eerste Wereldoorlog
werd die koepel in volksmond al gauw de 'Pickelhaube' ge
noemd. Ook het aanzien van de rest van het huis onderging
grote veranderingen. Het overdekte balkon boven de voor
deur werd opgenomen in de voorkamer aan de oostzijde.
De grote slaapkamer kreeg aan de zuidoost kant een 'oeil de
boeuf' -raam om de ochtendzon binnen te laten. Aan de
Ons Bloemendaal, 3 1e jaargang, nummer 3, herfst 200 7
31