listische uitgangspunt, automatisch een mooi bouwwerk
tot stand komt.
Het Nieuwe Bouwen leidde in Bloemendaal bij Stoops Bad
tot een buitenbad (gesloopt)het huis Rapsodie van de
Hongaarse violist en componist Zoltan Székely (in 1934
gebouwd door Gerrit Rietveld)de Adventskerk in Aer-
denhout, en het gebouw van de Montessorischool aan de
Vijverweg (ontwerp J.H. Groenewegen, in 1930, voltooid
door H. W van Kempen, in gebruik als woonhuis)
De Delftse School (1925-1960)
Rond de hoogleraar Marinus Jan Granpré Molière ontstaat
een traditionalistische architectuur die onder de naam
Delftse School bekendheid verwerft. Men verzet zich tegen
de industriële uitstraling van het functionalisme. Ook de
decoratieve inslag van de Amsterdamse School stuit hier op
weerstand. Door aanknopingspunten te zoeken bij het
verleden streeft men naar een meer onvergan
kelijke architectuur. Als kenmerkend daarvoor
geldt dat men een harmonie bereikt tussen
'het stoffelijke' (materiaal en techniek) en 'het
geestelijke' (de vorm)Teruggrijpend op het
rationalisme van Berlage houdt men er aan vast
dat de functie van een gebouw tot uitdruk
king moet komen in de vorm. Dit leidt tot het
onderscheid dat men maakt tussen de vormge
ving van woonhuizen (simpel en ingetogen)
en die van publieke gebouwen als stadhuizen
en kerken, die om hun functie te benadrukken
juist monumentaal dienen te zijn. In de hang
naar een geïdealiseerd verleden zoekt men
voor de woningbouw inspiratie in de plat
telandsarchitectuur, voor de bouw van kerken
baseert men zich op vroegmiddeleeuwse
bouwvormen. Een voorbeeld van de Delftse
School in Bloemendaal is het voormalige PEN-
gebouw aan de Bispincklaan.
Detail hekje Oranje Nassaulaan 136
Stoops Bad, Overveen, architect Eduard Cuppers
Het Nieuwe Bouwen (1915-1960)
Parallel met vernieuwingen in de abstracte beeldende kunst
van de twintigste eeuw (zoals het kubisme en De Stijl)
ontwikkelt zich op architectuurgebied het Nieuwe Bou
wen, ook wel als functionalisme aangeduid. Een gebouw
dient een technisch, economisch en functioneel antwoord
zijn op een opgave. Terugvallen op vroegere stijlen, or-
namentale versieringen, en ook het laten overheersen van
baksteen als bouwmateriaal wijst men af.Transparantie,
licht en lucht worden centraal gesteld en de nieuwe bouw
materialen, zoals beton en staal, brengen dit binnen bereik.
Grote binnenruimten, dankzij grote ramen een royale
lichtinval, een sobere detaillering en een voorkeur voor wit
en primaire kleuren, lijken de architectuur van het Nieuwe
Bouwen te kenmerken. Voor het ontwerpen geldt dat
indien men maar consequent vasthoudt aan het functiona-
Brederodelaan 79-89a, duplexwoningen, 1949, architect Van Asdonk
Ons Bloemendaal, 3 1e jaargang, nummer 3, herfst 2007
5