even willen inzien,' zei ik tegen de dame van de boekhan del, terwijl ik naar het boek wees. Voor de zekerheid veegde ik mijn handen nog een keer af aan mijn jas toen ze me het boek aanreikte. Op de voorkant stond een foto van de aarde, genomen vanuit de ruimte. Ik bladerde het boek door en bekeek de foto's in het mid den. Ik las de conclusie en daarna bladerde ik naar het einde. In feite hoeft men alleen de inleiding, conclusie en bibliografie te bestuderen om te weten of een werk goed is. Ik keek of er in de bronvermelding nog boeken van collega's stonden die ik kende. Wegener, las ik, Lyell, Holmes. Het leek me een aar dig boek, maar niet het boek dat als be kroning zou dienen van deze geweldige dag. Juist wilde ik het dichtslaan toen in de lijst van gebruikte literatuur, een paar plaatsen onder Back hand, mijn oog viel op een naam die me bekend voorkwam. Hoewel ik me, sinds ik begonnen ben met schrijven, per dag meer lijk te herinne ren, duurde het zeker een halve minuut voordat ik weer wist aan wie deze naam toebehoorde. Hij stamde uit een ver verleden en ik had hem al heel lang niet meer gehoord noch had ik hem uitge sproken. Maar hier, op deze feestelijke dag, stond hij daar zomaar in zwarte letters: mijn naam. En daarachter: 'Uit: De hartslag van de aarde, pag. 87.' Het was alsof het geluk jarenlang had gewacht en gespaard had om zijn inhoud in één dag over me uit te storten. Ik bestond echt. Nog steeds. Of, liever gezegd: weer. Met mijn rechterhand probeerde ik naar pagina 87 te bla deren, maar de bladzijdes van het nieuwe boek sprongen steeds terug zodat ik besloot het boek in het midden om te vouwen. 'Ik heb geld,' zei ik tegen de vrouw van de boek handel die bezorgd kwam aanlopen, 'ik betaal u zo meteen, want dit is het boek dat ik moet hebben.' Ik hield het op twee centimeter van mijn ogen en vond pagina 87. Onder aan de bladzijde stond het citaat dat ik me toen ik het las weer herinnerde alsof ik het gisteren geschreven had: Toen de laatste maal gebergten omhoogkwamen, grote ijsmassa's begonnen aan te groeien en het zeeniveau daalde tot honderd meter beneden zijn huidige stand, bij deze laatste tik van de geologische Mok, toen reeds meer dan drie miljard jaren verstreken waren, verscheen de homo sapiens op het toneel en begon met het veroveren van zijn supre matie over de wereld. Zulke feiten, en nog vele andere, stemmen ons tot bescheidenheid. Zij stemmen ons ook tot nadenken, zowel over het verleden als over de toekomst der mensheid. Arthur Umbgrove: De hartslag van de aarde Uitgeverij Contact ISBN 978 90 254 2965 2 18,95 www.uitgeverijcontact.nlwww.arthur-umbgrove.nl Ik klapte het dicht, legde het op mijn schoot en vroeg aan de vrouw van de boekhandel of ze mijn portemonnee uit mijn broekzak wilde halen." Foto's: Rosemarij Schotte 28 Ons Beoemendaal, 33e jaargang, nummer 1, voorjaar 2009

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2009 | | pagina 28