C.W Ritter
ding op het Kennemer Lyceum. Hij trouwde met Tilly den
Tex.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog stond hij bekend als de
bankier van het verzet. In 1944 wist hij het versnipperde
verzet op één lijn te krijgen. Samen met zijn broer Gijs zette
hij ondergronds het Nationaal Steun Fonds (NSF) op voor de
financiering van al het verzetswerk. Van alle kanten werd een
beroep op het fonds gedaan: van hulp aan joodse en andere
onderduikers, spoorwegstakers en opgeroepenen voor de
Arbeitseinsatz tot aan het vervalsen van persoonsbewijzen toe.
In totaal wist het NSF het voor die tijd enorme bedrag van
85 miljoen gulden te verwerven. Dat was ruwweg 0,8 pro
cent van het toenmalige nationale inkomen van Nederland.
Vertaald naar huidige bedragen zou dat maar liefst bijna vier
miljard euro hebben betekend! Ruim 50 miljoen gulden
van die 85 miljoen kwam - via een ingenieus plan - uit de
kluizen van de Nederlandsche Bank: échte schatkistpromes
sen in de kluizen van de Bank werden vervangen door exacte
vervalsingen en vervolgens werden de échte promessen
verkocht aan de banken. De opbrengst viel met medeweten
van die banken aan het NSF toe.
Kassier-generaal C.W Ritter hielp Van Hall vanuit DNB
om ruim vijftig miljoen gulden uit de Nederlandse kluizen
achterover te drukken ten behoeve van het verzet.
(Joh de Vries, p.340)
Stalen zenuwen
Dit ingenieuze plan stond of viel met hulp van binnen de
Bank. Kassier-generaal Cornells Ritter, woonachtig op de
Julianalaam 176 te Overveen, was daartoe bereid: "Ik heb
mijn plicht gedaan". Hij deed dit op eigen gezag maar wel
met de zegen van de in 1941 afgetreden Bankpresident Trip
en de regering in Londen. Het betekende een groot gevaar
voor eigen leven, want de Bank was in handen van NSB'ers.
Vijftien keer kwam van Hall op de Bank met de valse pro
messen langs bij Ritter, Ritter verruilde die vervolgens en
van Hall verliet de Bank met de échte exemplaren. Eén keer
ging het bijna fout, toen een bankmedewerker in het bijzijn
van een nationaal-socialistische directeur een wijnkleurige
glans ontdekte op één van de (valse) waardepapieren. Ritter
wist door snel te reageren erger te voorkomen en het NSF te
behoeden voor een ramp.
Een en ander illustreert dat van Hall en Ritter over stalen
zenuwen moeten hebben beschikt. Bankpresident Wellink
sprak onlangs van 'een ongelooflijk staaltje van moed'.
Door verraad werd van Hall in januari 1945 opgepakt door
de Duitsers en gevangen gezet in Haarlem. Hij hield zijn lip
pen echter stijf op elkaar om anderen niet te schaden. Op 12
februari werd hij gefusilleerd op de hoek Rijksstraatweg/Jan
Gijzenvaart in Haarlem-Noord. Een monument op die plaats
herinnert aan de executie. Hij ligt begraven op de Eerebegraaf
plaats Bloemendaal.
Zo kent ook de wereld van de Haute Finance haar dramatische
episoden.
Walraven van Hall
12
Ons Bloemendaal, 34e jaargang, nummer 1, voorjaar 20 10