De hyacintenwindhandel (1720-1737) Door Brigitte Rink De tulpomanie uit de 17e eeuw is een bekend fenomeen. Minder bekend is dat er in de 18e eeuw flinke bedragen gemoeid zijn geweest met de hy acintenwindhandel. Niet de beroepskwekers maar juist amateurs lieten zich in met de speculatie in aandelen in hyacintenbollen. En na de prijsval van 173 7 was de populaire hyacint, anders dan de tulp, nog een bloeiend leven beschoren. De eerste hyacinten werden omstreeks 1560 in Europa inge voerd en deze verspreiding danken wij aan Carolus Clusius. Naast de blauwe stamvorm ontstond al snel een witte vari ant. Rond 1612 is uit een aantal namen op te maken dat er door selectief zaaien nieuwe variaties waren ontstaan. Een bollenkweker in Haarlem, PieterVoorhelm (f 1728), begon in 1684 met het kweken van dubbelbloemige hya cinten. Tot dan hadden kwekers de gewoonte om de dubbele variant uit de grond te trekken omdat ze veronderstelden dat deze hyacinten geen zaad zouden produceren. Ten gevolge van ziekte was het Voorhelm een keer niet gelukt zijn bloe men te controleren voordat ze waren uitgebloeid. Nu bleek er een kleine volmaakte dubbele hyacint te staan die ook kon worden voortgekweekt door middel van zaad. Voor dit soort bollen werden door de liefhebbers flinke prijzen betaald. De vondst was aanleiding om alle zaailingen met dubbele bloemen te laten opgroeien. Een zeer succes- De hyacint Triumph de Europe door H. Budde in 1728 rijke hyacint kreeg de naam Koning van Engeland. Het was een soort die meer dan 70 jaar geliefd bleef en waarvoor vaak meer dan 100 gulden per bol werd betaald. In 1709 werd een witte hyacint gekweekt met een roze hartje, en later een rode hyacint, de Koningin van Sheba, met 38 nagels van dubbele bloemen die 140 gulden per bol deed. Begeerde modebloem In 1729 heerste er een strenge winter en veel hyacinten soorten, die in bakken werden gekweekt, bevroren en verdwenen uit de cultuur. Dat was een grote verliespost voor de bloemisten. De hyacint werd een begeerde modebloem met als gevolg prijsstijgingen die hun hoogtepunt bereikten in 1736. Voor één bol Passeé non plus ultra werd 1.600 gulden betaald, en voor 8 stuks jonge bollen 1.850 gulden. Dit wakkerde de begeerte aan van menige leek die als amateur de fijne kneepjes van de teelt niet kende. Als waarschuwing verscheen er een herdruk van de drie samenspraken van Waermond en Gaergoed en een Troostbrief uit 1637. Deze werd door drukker Johannes Masthoorn in 1736 heruitgegeven om de 'hedendaegse bloemisten te laten zien hoe Flora, haer geld-gierige liefhebberen net als hun voorvaderen zal kunnen bedriegen'. In navolging van deze herdruk verschenen drie delen van Flora's Bfjgm-Warande in Holland in 1734, 1735 en 1736, waarin de hele geschiedenis van de hyacintenwindhandel is be schreven, weliswaar in zeer bedekte vorm en met schuilna men voor de hoofdrolspelers. Speculatie Het speculeren begon, net als met de tulpen, 100 jaar eerder. Hoe ging de hyacintenspeculatie van start? Er is het ver haal van een man die zijn vriend vroeg voor 1.000 gulden een half aandeel te nemen in een nieuwe hyacint maar hij hoefde maar 100 gulden aan te betalen. De andere kwekers die hiervan op de hoogte kwamen, namen een kwart of een zesde aandeel waarbij sommigen contant betaalden en anderen een hypotheek op hun huis namen of hun kostbaar heden beleenden, zodat zij een aandeel konden aanschaffen. Als een nieuwe koper een aandeel wilde hebben dan moest hij een hoger bod doen dan 600 gulden op een kwart aandeel, en daarna was hij aan de beurt om de prijs op te 30 Ons Bloemendaal, 3 4e jaargang, nummer 1, voorjaar 20 10

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2010 | | pagina 31