De zeven smaken van Belvédère Door Jannes van Everdingen, bewoner Belvédère Het landgoed Belvédère is dit jaar een rijksmonument geworden. De bewoners hebben onlangs als gerechtigde van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een brief gekregen waarin vermeld werd dat zij bij de Bewaarder van het Ka daster zijn ingeschreven in het monumentenregister. Zoals dat bij een erfgoed gaat, zijn de belangrijkste onderdelen van de buitenplaats omschreven, in dit geval het hoofdgebouw, de tuin- en parkaanleg, de restanten van een chrysanthemumkas, de restanten van een ijskelder en de hekpijlers met toegangshek. Wat expliciet niet is omschreven, zijn de garage en de berg en houtvlot. Die waren te zeer verbouwd om voor bescher ming in aanmerking te komen. Ook de moestuin achter de schuur wordt niet genoemd. Terecht, want welke onderdelen herinneren ons nog aan de rijkdom van weleer, aan de men selijke hand waar wij de naam erfgoed aan zouden willen verbinden? Toch geeft de moestuin ons wellicht nog een kleine blik in de keuken van het oude Belvédère. Het landgoed Even een paar feiten. Het landgoed is voor het eerst beschre ven in 1792. Een zekere Kijf de La Chambreer kocht langs de Verveende weg een stuk grond van 246 roeden dat hij zeven jaar later onder de naam De Uitkijk al weer doorverkocht aan Hendrik Kamp uit Bloemendaal. In 1817 werd Arend Pluim, een koopman uit Amsterdam, eigenaar. Pluim maakte er echt een buitenplaats van en noemde het Belvédère Hij bouwde het woonhuis uit en voegde er een koetshuis en een paardenstalling aan toe. Van zijn overbuurvrouw, mevrouw Hoofdharen, kocht hij het uitzicht over haar weiland in de richting van Haarlem. Zo liet hij vastleggen om 'nooit enige bomen of ander plantsoen, betimmeringen of versperrin gen op enig het minste gedeelte van hetzelve land te zullen laten doen, welke enigszins het gezicht dat het huis van 't De oude villa Belvédère. Dit huis werd in 1820 voor Arend Pluim gebouwd, (foto NHA) voorzijde perceel daarover heeft, zoude kunne belemmeren, maar integendeel het zelve altoos tot de grootte zo als heet thans geleegen legt als weiland moeten laaten gebruiken'. Al een jaar later was daar sprake van. En Pluim herinnerde zijn buurvrouw er eraan dat er ook geen was buiten in het geboomte zou mogen hangen. Na zijn dood in 1846 kwam Belvédère in handen van de familie Borski. Drie genera ties Borski zouden het huis bewonen. Zij trokken diverse bouwwerken op maar die zijn weer allemaal in de loop der jaren gesneuveld, zoals een oranjerie met biljartkamer, een muziektent, een rustieke koepel, een hertentent, een faisanterie en een grotto met koepel bij de Brouwerskolk. De oude vinkenbaan ten noordwesten van het huis werd later in een tennisbaan veranderd. En weer later zou hier de garage en een schuurtje verschijnen, dat thans bekend staat onder de naam 'kippenpaleis' (waar echter nooit een kip heeft gezeten). De houtschuur dateert uit 1905. Bij al die uitbrei dingen en nieuwe bestemmingen heeft de moestuin altijd op dezelfde plaats gelegen. Daarbij rijst de vraag of er thans nog planten zijn die doen denken aan de bewoners van de afgelopen twee eeuwen. De moestuin Hoe oud de moestuin is en hoe groot hij was, is niet meer te achterhalen maar een ronde waterput die niet meer als zoda nig dienst doet, een verwaarloosde buxushaag en kippengaas onder de grond tegen konijnen, geven wel de contouren aan. Gezien het gebruik van beton bij de put, is hier vermoede lijk in de eerste helft van de 20ste eeuw nog aan gesleuteld. Helaas is de kok van Belvédère, Antoon Jansen, twee jaar geleden overleden en heeft hij in zijn autobiografie 'Koken op stand' de moestuin niet beschreven. Toen de vijftien kinderen van de huidige bewoners hier nog dagelijks rondliepen was de 'moestuin' een voetbalveldje waarbij enkele 'wilde' doorgeschoten esdoorns het speelveld inmiddels aanzienlijk hadden ingeperkt. De bijl gaf de moes tuin weer zijn oorspronkelijke afmetingen terug. Maar ook dat is al weer twintig jaar geleden. De laatste decennia was het veld volledig in beslag genomen door brandnetel, zeven blad, look zonder look en kleefkruid, een vegetatie waarin 14 Ons Bloemendaal, 34e jaargang, nummer 3, najaar 20 10

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2010 | | pagina 14