Zuring Zuring, of zurkel, is een inheemse groente die het goed doet in de moestuin van Belvédère. Er is niet veel te vinden over de geschiedenis van zuring. Vroeger werd zuring vaak gebruikt om pap met krenten en rozijnen van te maken. Vanuit Frankrijk kwamen vanaf '1600 diverse zuringsoor- ten naar het noorden en tegen 1 700 had de Franse zuring de Hollandse keuken veroverd. Waarschijnlijk groeide die zuring ook op Belvédère onder de Borski's, maar thans is de gewone veldzuring weer terug op zijn oude stek. Van de Franse variant zijn thans geen sporen meer terug te vinden. Molsla De paardenbloem behoort tot de grootste plantenfamilie op aarde, de composieten, en van die familie is de paarden bloem in Nederland wel de bekendste. Vanwege zijn diep stekende penwortel en het grote aantal zaden dat aan een parachuutje door de wind wordt verspreid, is geen enkel gazon veilig. Maar wie de paardenbloem eenmaal heeft leren (foto Christine van Meer) (foto Irene von Oven) aardappel op tafel deed ook de vork zijn intrede. Ook hier gaf de bovenlaag het voorbeeld en volgde de rest van de bevolking. Op Belvédère is de aardappel thans ook buiten de'moestuin een gewild gewas geworden. Waar de herten buiten het hek bijna alles verorberen wat zij aan groen en sappigheid tegen komen, laten zij de aardappel met rust. Zij zullen wel weten dat de aardappel als lid van de nacht schaden fa mil ie in zijn groene delen giftige alkaloïden bevat. Spruitkool We zeggen altijd dat de spruit of spruitkool oer-Hollands is, maar dat is niet zo. Er is weinig over de oorsprong en geschiedenis bekend. De spruitjes zijn afkomstig uit Zuid-Europa en mogelijk al met de Romeinen naar het noorden gekomen. In het Groentekookboek van Jane Grigson staat dat spruitjes in 1213 worden vermeld in Brusselse marktvoorschriften en dat ze in de vijftiende eeuw werden geserveerd aan het Bourgondische hof te Lille. Pas aan het begin van de 19 de eeuw werden zij voor het eerst in de omgeving van Brussel commercieel geteeld en vandaaruit eten door de bladrozetten met zand af te dekken en die als bleke molsla (paardenbloe- men gebruiken vaak het stukje open aarde van een molshoop als uitvalsbasis) op te dienen, weet dat men deze plant niet bij het onkruid moet indelen. Paardenbloemblaadjes zijn ge zonder dan een kropsla omdat ze meer vitaminen en mine ralen bevatten. Dat weten ook de reeën van O verveen. In de moestuin van Belvédère wordt de paardenbloem dan ook niet meteen weggeschoffeld. Of dat vroeger ook zo was, valt te betwijfelen. 16 Ons Bloemendaal, 34e jaargang, nummer 3, najaar 20 10

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2010 | | pagina 16