De verdwenen Bloemendaalse industrie
Door Frans van den Berg
Industrie. Een vies woord in het forenzendorp
Bioemendaal. Toch waren er ooit fabrieken.
Op deze foto is het laatste exemplaar te zien: de
stoomblekerij van de familie Bijvoet die in 1891 werd
gebouwd. Waar ooit de arbeiders zwoegden, wonen
tegenwoordig welgestelden in hun appartement.
De luchtfoto laat het hart van de Bloemendaalse
industrie zien. Verstopt achter de Korte Kleverlaan en
de fraaie woningen aan de Professor van Vlotenweg
ligt een smal straatje: het Blekerspad. Aan dit pad
staan enkele arbeiderswoningen, veel garages en
de voormalige stoomblekerij met de markante
schoorsteen. Alleen via een zij-ingang was het te zien
vanaf de doorgaande weg.
Maar twintig meter verderop stond voorheen nog
een stoomfabriek, pal langs de Korte Kleverlaan. Dat
was de stroomfabriek van de Kennemer Elektriciteits
Maatschappij, de voorloper van het Provinciaal
Elektriciteitsbedrijf Noord-Holland PEN). Ook deze
fabriek had een fraaie schoorsteen. Later werd het
complex alleen voor opslag en als kantoor gebruikt
en raakte later overbodig. Raadslid Johannes Warnaars
(Progressief Bioemendaal), die zelf architect is, heeft
indertijd nog geprobeerd dit complex te behouden en
er woningen in te laten maken
Dat plan haalde het niet en ook niet het idee om dan
alleen de schoorsteen te laten staan. In 1986 sloeg
de slopershamer toe en werden er appartementen
gebouwd. Volgens oud-wethouder Piet van der Ham
was sloop de enige optie omdat de opdracht was om
er sociale woningbouw te realiseren en dus geen dure
koopwoningen.
Gelukkig liep het met de stoomwasserij en de
bijbehorende schoorsteen beter af, met dank aan
ontwikkelaar Luigi Prins die een neus heeft voor het
aankopen en verbouwen van industrieel erfgoed. Prins
kocht het pand en bouwde er twaalf appartementen in.
Het complex kreeg de naam de Blekerij. Daarmee wordt
uiteraard verwezen naar de oude stoomblekerij die in
1891 werd gebouwd. Op 17 maart 1932 werd de fabriek
nagenoeg geheel verwoest door een brand. Alleen
een bijgebouw en de schoorsteen bleven overeind.
Op dezelfde plek en met dezelfde omvang werd een
nieuwe wasserij gebouwd. In de Tweede Wereldoorlog
werden de machines gesloopt en afgevoerd en hield
de wasserij op te bestaan. Enkele jaren deed het nog
dienst als grammofoonplatenfabriek, maar vanwege de
luchtvervuiling was dat van korte duur.
De familie Gottmer kocht het complex in 1950.
Opgericht in 1892 in Haarlem, werd in 1932 een
uitgeverspoot aan het bedrijf toegevoegd. In 1950
werden drukkerij, uitgeverij en magazijn ondergebracht
in de voormalige stoomwasserij.
De drukkerij Amicitia werd jaren geleden gesloten
en in 1999 werden de persen weggehaald. Gottmer
was inmiddels uitgegroeid tot een cluster van kleine
uitgevers met Becht, Aramith, Hollandia, De Boer
Maritiem en Aitamira. Gottmer werd bekend met de
Dominicus reisgidsen, streekromans en kinderboeken.
Gottmer verhuisde, na een omweg via de Bosch en
Vaartbuurt, uiteindelijk naar de Haarlemse Zijlweg, waar
het nog steeds is gevestigd. <^j|^