Trots?
Schoonheidscommissie
Monumenten
7. Het huis Veldhoeve aan deZantvoorterweg in 1948 ontworpen door architect Wiih.J. Pieterse. Bron: eigen collectie.
2. Gerestaureerde gevel op de Binnenweg in Bennebroek. Deze gevel, in 1945 ontworpen door architect Wilh. J. Pieterse,
staat op de gemeentelijke monumentenlijst. Bron: eigen collectie.
astronomisch hoog zijn. Het is moeilijk een wandeling door
de Aerdenhoutse lanen te maken zonder ergens een van
mijn vaders creaties tegen te komen.
Wanneer ik hieraan terugdenk, heb ik het gevoel dat hij zich
daar nooit zo mee bezig heeft gehouden. Hierbij speelt ook,
dat het bij het tot stand komen van deze huizen niet altijd
van een leien dakje ging. Ik heb indertijd nogal wat verhalen
opgevangen over opdrachtgevers die niet wilden betalen of
over aannemers die zich niet aan de voorschriften hielden.
Hij was niet alleen de architect, maar ook verantwoordelijk
voor de juiste uitvoering van de bouwwerkzaamheden. Zijn
beroep had dus niet alleen een esthetische kant, maar ook
een technische, waarvoor hij een grote verantwoording
droeg. Bovendien was hij een soort tussenpersoon, met aan
de ene kant de opdrachtgever, en aan de andere kant de
aannemer en de bouwvakkers. De opdrachtgevers stelden
over het algemeen heel hoge eisen. Hier kwam bij dat het
gros van de aannemers probeerde zo veel mogelijk aan deze
rijkaards te verdienen. Dit heeft nogal eens tot problemen
geleid. Ik herinner mij bijvoorbeeld een zomeravond, de
ramen stonden open, dat het nogal luidruchtig toeging in
mijn vaders atelier. Blijkbaar waren er onderhandelingen aan
de gang over een betaling door een adellijke opdrachtgever
aan een aannemer. Ik hoorde de aannemer, die geen verfijnd
Nederlands sprak, luidkeels roepen: "Is dit nu ödel? Dit noem
ik ödel, een ödelijk hart". Ik was er niet bij, maar hij zal wel op
zijn hart hebben gewezen. Het zal niet altijd makkelijk zijn
geweest om dit soort conflicten in goede banen te leiden.
Dan had mijn vader veel meningsverschillen, en dan
druk ik mij nog heel voorzichtig uit, met de zogenaamde
schoonheidscommissie. In deze commissie zaten indertijd
collega-architecten die in de vijftiger en zestiger jaren van
de vorige eeuw herhaaldelijk ontwerpen van mijn vader
afwezen, zonder een schriftelijke toelichting te willen geven.
Dit gebeurde, vreemd genoeg, alleen in de gemeente
Bloemendaal. In andere gemeentes heeft hij deze problemen
nooit gehad. Misschien paste mijn vaders romantische stijl,
in de optiek van zijn collega's, niet in het tijdsbeeld. Maar hij
was wel al sinds 1940 lid van de BNA (Bond van Nederlandse
Architecten), waar alleen architecten met een grote staat van
dienst werden toegelaten.
Er was toendertijd weinig belangstelling voor het behoud
van monumenten. Mijn vader heeft zich onder andere
heel intensief ingezet voor het behoud van het oude
tolhuis, de Haringbuys. In de ogen van het toenmalige
gemeentebestuur was dit eeuwenoude gebouwtje maar een
obstakel voor het drukke verkeer langs de Zandvoorterweg.
Ook heeft hij indertijd een protestactie op touw gezet om
de bouw van een torenflat tegen te gaan op het weiland
bij de Viersprong. In dit kader haalde een journalist in het
Vrije Volk van 19 december 1963 de volgende opmerking
van mijn vader aan:"Als er geen dammen en dijken worden
opgeworpen tegen deze zogenaamde progressieve
stromingen en er bovendien geen mensen worden
gevonden, die met overtuiging bezield deze afbraak van
het schone tegengaan, dan is het spoedig met de landelijke
omgeving van Bloemendaal en van Aerdenhout gedaan."
In zijn boek geeft Arnold Pieterse een algemeen
overzicht van de geschiedenis van Aerdenhout tot het
begin van de vorige eeuw. Meer gedetailleerd gaat
hij in op het werk van zijn vader en voegt nog eigen
herinneringen toe. Het boek, dat dit najaar zal worden
gedrukt, kan worden besteld via Ons Bloemendaal
(secretariaat@onsbloemendaal.nl). De prijs is
20 euro excl. verzendkosten (voor donateurs van
Ons Bloemendaal 18, excl. verzendkosten).
29