Cultuurhistorie in Bloemendaalse
bestemmingsplannen
Wijziging bestemmingsplannen
Vogelenzang, Aerdenhout en
Bloemendaal
Modernisering monumentenzorg
Hoe veranker je cultuurhistorische
waarden in het bestemmingsplan?
Inventarisatie cultuurhistorische
waarden
Door Elsbeth van Olffen
Op dit moment werkt de gemeente Bloemendaal
aan wijziging van de bestemmingsplannen voor
Vogelenzang, Aerdenhout en Bloemendaal. De
voorontwerpen van deze bestemmingsplannen
zijn op de website van de gemeente in te zien
en de gemeente heeft voor de bewoners al
diverse voorlichtingsavonden georganiseerd.
Bestemmingsplannen moeten minimaal éénmaal in
de 10 jaar worden geactualiseerd. Wijziging van de
bestemmingsplannen moet eind dit jaar zijn afgerond.
In november 2009 stemde deTweede Kamer in met
de moderniseringsplannen van minister Plasterk.
Eén van de plannen betreft het meewegen van
de cultuurhistorische belangen in de ruimtelijke
ordening. Als gevolg hiervan is in 2010 in het 'Besluit
ruimtelijke ordening'opgenomen dat gemeenten
bij het maken van bestemmingsplannen rekening
moeten houden met cultuurhistorische waarden.
Hierbij moet een indeling worden gemaakt naar
archeologie, historische geologie en historische
bouwkunde. Bij historische geologie kunnen
we denken aan oude rellen (rel of til: natuurlijke
waterloop, red.) of bijvoorbeeld aan het nog
bestaande zogenoemde visserspad in Aerdenhout
dat door de vissersvrouwen van Zandvoort werd
gebruikt om naar Haarlem te lopen waar zij vis
verkochten. Historische bouwkunde is niet beperkt
tot de monumenten, deze zijn immers al beschermd
door hun monumentenstatus, maar kan bijvoorbeeld
ook beeldbepalende of karakteristieke bebouwing
betreffen.
De vraag waar onze gemeenteambtenaren nu mee
worstelen is hoe een en ander aan te pakken. De
gemeente moet ten eerste haar cultuurhistorische
waarden inventariseren. Vervolgens moet zij bepalen
wat zij wil beschermen en welke waarde zij hier aan
wil toekennen.Tenslotte moet worden bepaald hoe
deze waarden te beschermen. Bescherming moet
worden gezocht door in het bestemmingsplan
gebruikte maken van instrumenten als
bestemmingen en planregels, dubbelbestemmingen
en aanduidingen. De Rijksdienst voor het Cultureel
Erfgoed heeft een handreiking geschreven die de
gemeenten hiermee helpt.
In het verleden heeft de Stichting Ons Bloemendaal
bij de gemeente vaak aangedrongen op het maken
van een cultuurhistorische waardenkaart van de
gemeente. Dat is helaas nooitgebeurd en er bestaat
los van de monumenten en archeologische plaatsen
geen overzicht van wat zich in onze gemeente nog
meer aan cultuurhistorische waarden bevindt. Alleen
voor Bennebroek is er een dergelijke kaart die op
initiatief van de Historische Vereniging Heemstede
Bennebroek tot stand gekomen. Het is ook in ons
belang dat er een goed overzicht komt van alle
cultuurhistorische waarden in onze gemeente en
dat deze zo goed mogelijk worden beschermd door
opname in het bestemmingsplan. Het bestuur van
Ons Bloemendaal heeft zich in de materie verdiept
en twee bestuursleden hebben afgelopen mei een
dagcursus'Erfgoed en bestemmingsplan'gevolgd bij
de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Zo kunnen
onze belangen goed bij de gemeente naar voren
worden gebracht. Daarnaast is het bestuur begonnen
met het inventariseren van de cultuurhistorische
waarden van onze gemeente. Dit is een tijdrovende
maar interessante klus die geregeld onbekende zaken
aan het licht brengt.
Het bestuur heeft in maart schriftelijk gereageerd op
het voorontwerp bestemmingsplan Vogelenzang
en op de overige ontwerpen zal eveneens een
schriftelijke reactie worden ingediend.
De resultaten van de inventarisatie zullen als u dit
leest aan de gemeente zijn aangeboden en het
is de bedoeling dat daarna verder overleg volgt
met de gemeente over wat wel of niet wordt
opgenomen in de nieuwe bestemmingsplannen.
Wij realiseren ons, dat omdat het hier een nieuwe
materie betreft, de verankering van het erfgoed in de
bestemmingsplannen nog niet helemaal optimaal zal
plaatsvinden. Het lijkt ons daarom verstandig als de
gemeente over een aantal jaren, als er meer (landelijke)
ervaring mee is, de bestemmingsplannen op dit punt
nog eens nakijkt en eventueel aanpast.
7