'De doder werd veroordeeld
tot 20 jaor gevangenisstraf,
waarvan hij er echter maar
één heeft uitgezeten'
www.orisbloemendaal.nl nr. 4 winter 2013
Men heeft dit bewijs dat hij daar
geweest is, hier en daar gevonden.
Den volgenden morgen heeft
men op de spoorweg, eerst
een zak wortelen gevonden. De
wortels waren gestolen bij zekeren Zwanenberg.
Iets verder vond men in een sloot een zak met
kuikens, die naar gebleken is ontvreemd waren bij
de tuinman van Jhr. Mr. PJ.Teding van Berkhout.
Kort daarbij lag ook de pet van de verslagene.
Deze had in den voor hem zoo noodlottigen nacht
geen ander wapen dan een stok bij zich, ofschoon
hij in het bezit was van een goed pistool en een
hartsvanger. Hij stond bekend als een zeer ijverig
veldwachter en laat een weduwe met drie kinderen
achter.
21 juli: Hedennacht is een zekere Willem Joosten,
tapper en tuinman van beroep, wonende te
Haarlem aan het Zuider Buiten Spaarne, in hechtenis
genomen. Zijn aangezigt en handen droegen
sporen van verwondingen.
6 augustus: Zoo is gebleken dat Joosten pogingen
had aangewend om bloedvlekken uit zijn onder
en bovenkleding te wasschen, dat hij niet weet op
te geven waar zijn mes gebleven is, dat door zijn
familie pogingen gedaan zijn om getuigen om te
koopen enz.
15 augustus: Nieuwe feiten zijn aan het licht
gekomen welke nader het vermoeden bevestigen,
dat men in de persoon van Willem Joosten de
werkelijke dader gevat heeft. Met name is thans
diens bewering dat hij in den nacht waarin de
moord plaats vond tehuis zou zijn geweest, onjuist
gebleken.
23 augustus: Door een knecht van de kleerbleeker
Kimmenaede aan het Zuider Buiten Spaarne is op de
tuin, vroeger in gebruik bij Joosten, bij het zoeken
naar wurmen in de grond verborgen gevonden een
knipmes, dat herkend is voor hetzelfde dat steeds
door Joosten vóór de gepleegde moord werd
gebruikt, maar sedert was verdwenen. Volgens zijn
opgave had hij het verloren.
17 september: Wij vernemen, dat de te Haarlem
gearresteerde W. Joosten in een verhoor bij de
Rechtercommissaris bekend heeft, dat hij de
moordenaar is van de veldwachter Van der Lijke.
De juiste toedracht van het gebeurde is in de
persberichten niet omschreven. Waarschijnlijk
ontmoette Van der Lijke de man in het weiland
achter Hartenlust toen deze van zijn rooftocht
terugkeerde. Na de moord zou hij het lijk naar de
spoorbaan hebben gesleept, vermoedelijk om het te
doen voorkomen, dat de veldwachter door een trein
was overreden. De dader werd veroordeeld tot 20
jaar gevangenisstraf, waarvan hij er echter maar één
heeft uitgezeten. Is hij misschien in de gevangenis
overleden?
Het gemeenteverslag over 1879 maakt kort melding
van de dood van Van der Lijke. Het verslag brengt
hulde aan de nagedachtenis van deze jeugdige
dienaar van politie, die'in getrouwe en ijverige
uitoefening van zijn plicht zijn leven ten offer heeft
gebracht maar daardoor ook aanspraak maakt op
de erkentelijkheid van allen, die op eerbiediging van
recht en wet prijs stellen
De weduwe van de vermoorde bleef zonder
inkomsten achter, tenzij de raad hierin voorzag. Dit
gebeurde reeds in de raadsvergadering van 18 juli
1879, drie dagen na de moord. De raad bepaalde dat
haar pensioen even hoog was als de wedde van de
overledene.Van een rechtop pensioen was in die
tijd nog geen sprake.
Voorts schonken vijf vooraanstaande ingezetenen
haar een bijdrage voor haar levensonderhoud tot
jaarlijks 200 gulden Dat waren Willem en Johannes
Borski, Cornelis David van der Vliet, Hendrik Huygens
Backer en Willem Borski junior.
Bronvermelding:
P. Veenstra, De Bloemendaalse politie van Franse tot
Duitse overheersing 1965)