Hun tafelzilversieraden
schilderijen en dure sigaren
bleven achterin hun villa's'
www.onsbloemendaal.nl nr. 4 winter 2013 17
Hun tafelzilver, sieraden, schilderijen en
dure sigaren bleven achter in hun villa's
en dat bood inbrekers een uitmuntende
gelegenheid rustig hun slag te slaan.
Villabewoners hadden in die tijd
nog veel personeel in dienst. Soms werd een
personeelslid van diefstal verdacht en het blijkt
dat ook toen de valse bekentenis al voorkwam. In
1909 werd een dienstmeisje door haar werkgeefster
zo onder druk gezet dat zij een diefstal van 85,-
bekende, terwijl later bleek dat zij onschuldig was.
Omgekeerd kreeg een mevrouw, die meende dat ze
haar dienstbode ongestraft met een hoedenpen en
vervolgens met een kachelpook te lijf kon gaan, een
proces-verbaal wegens mishandeling.
Rood tricot pak
Niet elke ingezetene van Bloemenaal was een
villabewoner; er kwam ook armoede voor. Eind
negentiende eeuw bezorgden landloperij en
bedelarij de politie veel werk en openbare
dronkenschap leidde alleen al in het jaar 1893 tot
18 processen-verbaal. Het gebeurde met zekere
regelmaat dat een bedelaar in zijn onwetendheid
zich vervoegde bij het huis van de burgemeester, wat
onmiddellijk leidde tot een proces-verbaal. Het waren
niet alleen inwoners van de gemeente zelf die zich
niet aan de wet hielden. Er kwamen orgeldraaiers van
elders zonder de vereiste vergunning en een inwoner
van Breda werd bekeurd omdat hij, gekleed in een
rood tricotpak, passerende rijtuigen net zolang naliep
totdat de inzittenden hem enig geld toewierpen.
In de Eerste Wereldoorlog nam diefstal van
drijfriemen van machines, zinken afvoerpijpen
en deurknoppen toe, evenals ontvreemding van
aardappelen en tamme konijnen.
Fietsen op het voetpad
Rond 1880 veroorzaakten vooral omnibussen,
getrokken door een of meer paarden,
verkeersoverlast, maar met de komst van
moderne vervoermiddelen groeide de
diversiteit aan verkeersproblemen. Allereerst
gingen fietsers de aandacht van de politie
vragen. Zo vond in augustus 1898 op de
Elswoutslaan een aanrijding plaats tussen
een dame, die van een door haar ingehuurde
'fietsjongen' fietsen leerde, en een met één
paard bespannen sulky. Ongelukken gebeurden
ook doordat fietsers - net als jongelui op
sleetjes - vaak te snel van de Hoge Duin en
Daalseweg afgingen. Al in de beginjaren
van de fiets verhuurde een vooruitstrevende
rijwielhandelaar fietsen per uur. Een enkele
keer moest hij aangifte doen van verduistering,
omdat een fiets niet werd terugbezorgd.
In 1890 werd voor de eerste maal proces
verbaal opgemaakt tegen een fietser die op
het voetpad reed, een overtreding die hand
over hand toenam. In de week van 2-8 april
1910 werden maar liefst 48 personen hiervoor
bekeurd.
Ook tijdens de Eerste Wereldoorlog nam het
aantal fietsendiefstallen zo schrikbarend toe (in
1918 139 rijwielen) dat elke fiets verplicht een
nummer kreeg en de bestuurder geacht werd
een bijbehorend fietsnummer bij zich te dragen.
Tevens werd het onbeheerd en niet afgesloten
laten staan van een rijwiel strafbaar. In 1924
werd de rijwielbelastingwet ingevoerd. Iedere
fietser diende zich jaarlijks een messingplaatje
aan te schaffen dat op de fiets bevestigd werd
en ook weer vaak werd gestolen.
Auto te water in Overveen op de hoek van de Elswoutslaan