www.onsbloemendaal.nl nr. 4 winter 2013
Tegen het einde van de ambtsperiode van
burgemeester J.W.A. Immink in 1907, was het
politieapparaat al uitgegroeid tot 12 man en
7 nachtwakers. Niet overbodig aangezien de
criminaliteit toenam. Vóór 1900 werd jaarlijks enkele
tientallen malen proces-verbaal opgemaakt. In 1907
was dat jaarlijks al honderden keren.
Kleurrijk uniform
Elke gemeente kon zelfstandig beslissen over het
uniform van de politie. In Bloemendaal droegen
de politiemensen een jas en pet in de kleuren die
ook in het gemeentewapen voorkomen: blauw,
rood, groen en zilver. De kleding was vervaardigd
van marineblauw laken, de pet had rode biezen, de
gesloten jaskraag was, net als de mouwomslagen,
grasgroen. Deze kleurrijke combinatie was voor de
Amsterdamse jeugd, die in de zomer het strand
in Zandvoort bezocht, aanleiding de agenten met
'Duitse muzikanten'te vergelijken.
'Rond 1910 raakte men bekend met
dactyloscopie; er werden zelfs driedaagse
cursussen gegeven voor het opsporen en
interpreteren van vingerafdrukken'
Een eigen politiebureau
In 1903 kreeg de politie de beschikking over een
eigen bureau in de voormalige woning van het
hoofd der school naast het raadhuis in Overveen.
Dat wil zeggen, alleen de benedenverdieping was
gereserveerd voor de politie, boven woonde de
gemeentebode-nachtwaker. Tot 1937 zou de politie
er gehuisvest blijven. Vogelenzang kende een apart
politieposthuis en begin twintigste eeuw werd een
posthuis in Bloemendaal in gebruik genomen op de
hoek Busken Huetlaan-Prof. van Vlotenweg, waar ook
twee arrestantencellen werden ingericht. Het deed
dienst tot 1927. In Aerdenhout werd pas in 1921 een
posthuis geopend in de garage van de brandweer.
De professionaliteit van de politie nam
langzamerhand toe. Rond 1910 raakte men bekend
met dactyloscopie; er werden zelfs driedaagse
cursussen gegeven voor het opsporen en
interpreteren van vingerafdrukken. In de jaren 1908-
1915 schafte de politie twee honden aan die goede
diensten bewezen als bijvoorbeeld een inbreker
'een pet'had achtergelaten of als in de nachtdienst
een verdachte moest worden aangehouden. Voor
het vervoer van zieken beschikte men over een
rijwielbrancard en het vereiste enige oefening om
daar goed mee om te gaan. In 1926 werd een motor
met zijspan aangeschaft, twee jaar later gevolgd
door een tweede.
Korte Zijlweg, links politiebureau (met motor en zijspan) en rechts het raadhuisje van Zocher