Hangjongeren in 1920
26 www.onsbloemendaal.nl nr. 4 winter 2013
INGEZONDEN
Mijnheer de Redacteur!
Het is in den laatsten tijd een ramp des
avonds door onze winkelstraat te gaan. Wie
wel eens voor een uitstalkast kijkt wordt
lastig gevallen door eenige opgeschoten kwa
jongens uit Bloem en da al en wel op zeer
ergerlijke wijze, en indien men er iets van
zegt wordt" men nog uitgedaagd ook. Het meest
trok mijn aandacht dat er zoons van nering
doenden bij zijn, die cliënten van hunne ouders
beleedigen en uitdagen, waarvan ik enkele
malen ooggetuige was. Ik wilde vragen of
daar geen verandering in te brengen was, daar
ik er van overtuigd ben, dat öf de ouders 6f
de politie hier te kort schieten. Bestaat er
geen bepaling in de politieverordening, dat de
politie er desnoods met de gummisstok achter
heen kan trekken
Met dank voor de afgestane ruimte.
Uw abonée,
X.
Uit: Het Bloemendaalsch Weekblad
(27 maart 1920)
Het B loemendaabch Weekblad volgde vanaf het begin
van de twintigste eeuw de kleine criminaliteit op de voet
en van inbraken en diefstallen deed het nauwkeurig
verslag. Daarbij bleven de daders vaak anoniemmaar de
slachtoffers waren soms goed te traceren. Zo lezen we in
1922 dat in villa 't Hoekje' sinds enige tijd de familie M.'
woonde. Op een dag maakte de familie een wandelingetje
en bij thuiskomst bleek dat er was ingebroken. Gelukkig
konden de tweeboefjesdoor de heer des huizes en dankzij
een oplettende fietser snel in de kraag worden gevat.
Inge de Wilde
Een schandaal in en
voor Bloemendaal
Meestal werden de inbraken en
diefstallen in kleine berichtjes
afgedaan maar in maart 1920
besteedde Het Bloemendaalsch
Weekblad onder de kop 'Een
schandaal voor Bloemendaal'
veel aandacht aan een groepje
'opgeschoten jongens'dat het
dorpscentrum onveilig maakte.
Over wie ze waren en waar ze
vandaan kwamen komen we
niets te weten. Alleen over hun
leider, ene'De B.'vermeldt het
blad dat hij'bij de jongens hoog
aangeschreven stond doorzijn durf
en brutaliteit'. Voor de arme agent
die tegen de jongelui op moest
treden, gold geen anonimiteit.
Pouwer was de naam. Wat was er
gebeurd? Uit het krantenbericht
bleek dat iedere avond, met
uitzondering van de zondag,
een aantal jongelui zich stond te
vervelen en wie zich verveelt, zo
schreef het blad, gaat verkeerde
dingen doen. In dit geval uitte
de verveling zich in vóór een
winkel staan - hangen heet dat
tegenwoordig -op de rand van
het winkelkozijn gaan zitten,
sigaretten roken, voorbijgangers
najouwen en pinda's eten/waarvan
de sporen den volgenden dag
nog duidelijk zichtbaar waren'.
Winkeliers en het publiek ergerden
zich aan de'schandelijke taal'
maar het werd pas echt serieus
toen De B. zich bij de jongens
voegde, die daardoor 'hoe
langer hoe baldadiger'werden.
Dienstboden die een boodschap
deden, werden lastig gevallen,
meisjes - wel te onderscheiden
van de dienstboden! - konden
met goed fatsoen niet meer
rustig over straat en ventielen van
fietsbanden werden losgedraaid. Of
ook ouderen de deur niet meer uit
durfden, bleef onvermeld.