d1
Smet
De woning van Nolte en Van der Molen in Aerden hout, waarin 1943
Trouw werd opgericht
De leiding van het blad TROUW verklaart,
dat—i.«_uX. - No. P.B. c
tot zijn medewerkers behoort.
Zij verzoekt alle autoriteiten den houder van
dit legitimatiebewijs alle mogelijke faciliteiten
te verkenen.
De leiding voornoemd.
Legitimatiebewijs Trouw, 1945
van 1941 sloot ze zich aan bij de verzetskrant Vrij
Nederland, maar het boterde niet tussen haar en
de even dominante Henk van Randwijk. Mies bleef
les geven aan het Sancta, ook in de'barbarentaal',
zoals ze het Duits openlijk noemde. Ondergronds
gingen ze door het leven als 'tante Mies'en 'tante
Lien'. In juni 1942 werden ze allebei gearresteerd,
maar na vier hachelijke weken weer vrijgelaten. In
hun huis werd een schuilplaats ingericht.
Op zaterdagmiddag 30 januari 1943 ontvingen
ze aan de Klapheklaan enkele vooraanstaande
antirevolutionaire verzetslieden onder wie de
latere voormannen Jan Schouten en Siewert
Bruins Slot en op die vergadering werd besloten
tot de oprichting vanTrouw. In mei van dat jaar
raakte Gé betrokken bij wat haar meest bekende
verzetsactiviteit zou worden: de redding van
honderden joodse kinderen van deportatie
en een wisse dood. Met een kleine groep
vrouwen smokkelde ze die vanuit de Hollandse
Schouwburg, waar Amsterdamse joden op
transport naar Westerbork wachtten, naar de
Hervormde Kweekschool daartegenover en
vandaar naar pleeggezinnen.
Na maart 1944 leidden Gé en Mies een schichtig
onderduikersbestaan op verschillende adressen in
Den Haag en Amsterdam. Het huis in Aerdenhout
was geconfisqueerd en toegewezen aan NSB'ers.
In Amsterdam maakten ze op 5 mei 1945 de
bevrijding mee.
Mies hervatte haar werk aan het Sancta, Gé
wachtten andere taken. Ze werd voorzitter van
de Adviescommissie voor de zuivering van
het personeel van de gemeente Bloemendaal,
ingesteld op 16 juni 1945. Van meer gewicht
en later heftig omstreden, was haar aanstelling
tot voorzitter van de Rijkscommissie
Oorlogspleegkinderen (OPK), naar het schijnt
op aandrang van koningin Wilhelmina. De OPK
had tot taak om oorlogswezen een passende
nieuwe leefomgeving toe te wijzen. Vooral bij
ondergedoken kinderen van omgekomen joodse
ouders was dat een delicate aangelegenheid
waar Gé door tactloos en autoritair optreden
veel kwaad bloed heeft gezet. Ze toonde weinig
begrip voor gevoeligheden van joodse kant en
drukte vaak door dat kinderen in de (meestal
christelijke) pleeggezinnen bleven - voor hun
eigen bestwil, zoals zij dat zag. Dat ze ook de
ter zake ondeskundige Mies in deze commissie
opnam, werd haar begrijpelijkerwijs ook
aangerekend.
Vooral in de jaren '80, na haar dood, laaide de
kritiek op de OPK en haar voorzitter fel op, met
een nare smet op haar nagedachtenis tot gevolg.
Een zekere rehabilitatie kwam in 1998 vanuit Israël,
waar zij door het herdenkingsinstituut Yad Vashem
postuum werd erkend als 'rechtvaardige onder de
volken'.
12 www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2013
f i/t,
VW-x FJiA.