Atelier van Carel Willink André Malraux op latere leeftijd als minister onder De Gaulle Oorschot uitgegeven brieven van Du Perron - dat 'er natuurlijk overal met een nieuw comité [moet] worden gesoupeerd'. En aan Constant van Wessem schreef hij diezelfde dag: 'Ik vrees dat men hem ontzettend vervelen zal, althans geen oogenblik loslaten, en daar ikzelf geen bliksem voel voor officieele eet- en kletspartijen, vrees ik dat ik hem niet dan in enkele gestolen momenten zien zal'. Twee dagen later reisde Du Perron vanuit Brussel per trein met het echtpaar Malraux mee naar Nederland, maar in Bloemendaal heeft hij hen waarschijnlijk niet begeleid. In de dagen daarna was hij geregeld aanwezig. Op 10 december schreef hij aan Van Vriesland dat hij in Café Royal in Arnhem zat/terwijl M. met een sproetige dame dineert. Hij wordt allervriendelijkst en allercompleetst overal doorgezaagd en knijpt er telkens een uurtje tusschenuit om mij te spreken. Hij vindt alles afschuwelijk - maar niet altijd onvermakelijk (in zekeren zin). Ik zag zooeven één specimen van respresentant(e) van Nederl- Frankrijk, en gisteravond in Rotterdam 2 of 3, waaronder 1 gedurende 5 minuten als inleid(st) er op het podium. Malraux is gelukkig een onverschrokken hart'. Erg sympathiek klinkt het allemaal niet en we mogen aannemen dat Malraux uit vrije wil de verplichtingen voor het tournee was aangegaan. Het was misschien toch vooral het probleem van Du Perron die er die dagen nauwelijks aan te pas kwam.'Ik ben doodmoe van het rondtrekken en ga er morgen vroeg van door'meldde hij op 15 december aan Constant van Wessem, aan wie hij vijf dagen later uit Brussel kon schrijven:'Ik begin een beetje te bekomen van de vermoeienissen van die rondscharrelarij'. Du Perron was op dat moment 31 jaar! Op 12 december hadden Du Perron en Malraux nog een bezoek gebracht aan het Amsterdamse atelier van Carel Willink. Een groot succes werd dat niet. Willink vond dat Malraux teveel aan het woord was en hij was het niet eens met diens advies om zich te laten inspireren door de surrealist Juan Miro. Na afloop van het lezingentoernee schreef Het Fransche Boek, het tijdschrift van het Genootschap Nederland-Frankrijk, dat Malraux zich had laten kennen als'een vlot spreker, nerveuze jonge man, met warm stemgeluid, die een rijken woordenschat onmiddellijk ter beschikking heeft'. Kortom, een spreker waar de afdeling Bloemendaal eer mee had ingelegd. Het Bloemendaalsch Weekblad had aan het bezoek geen aandacht besteed. Het is duidelijk dat de lezing in besloten kring was gehouden, in een hotel of in de villa Karmel. We zullen het wel nooit meer te weten komen. januari 1930-31 Literatuur: E. du Perron, Brieven II maart 1931 (Amsterdam 1978). Met dank aan Wim Post 26 www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2013

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2013 | | pagina 26