Dronken huyskens Regtkamer Het begin van deZijlweg in Overveen, met rechts de portiek Een andere prent van Tavenier uit 1779. Links het Rechthuis van het Rechthuis. Het klokgeveltje links daarvan staat er nog. Prent van Tavenier, 1790 Alleen de naam Van Ouds het Raadhuis verwijst er nog naar maar deze plaats is vanouds het bestuurlijke centrum van wat later de gemeente Bloemendaal zou worden. In 1573 wordt al melding gemaakt van een hier gelegen Schoutshuis, en vermoedelijk moeten we dat al identificeren met de herberg De Swaen. Zeker weten we dat schout en schepenen van de heerlijkheden Tetterode (Overveen), Albrechtsberg (Bloemendaal) en Vogelenzang zitting hielden in een permanent gehuurde kamer in deze herberg, de Schouts-Raad- of Rechtkamer. Daarom werd de hele gelegenheid ook wel aangeduid als Schouts-, Raad- of Rechthuis. Wij houden het maar op het laatste woord. Het Rechthuis moet aanvankelijk een tamelijk eenvoudige dorpskroeg zijn geweest maar in de loop van de 18de eeuw krijgt het meer cachet, zoals blijkt uit verschillende afbeeldingen. Misschien heeft de dubbelfunctie daarbij geholpen. We zien een aardige renaissancegevel met hoge kruisvensters, met een aangenaam soort overdekt terras ervoor, en een standplaats voor uitgespannen paarden. Er waren meer gelagkamers in Overveen maar de meeste van wat geringer allooi, hoewel je dat aan de prachtige namen niet afleest: De Vergulde Salm, Het Haerlemsch Wapen, De Roo Vos, De Heer van Brederode en, naast De Swaen, De Coninck van Vrankrijk. De clientèle van deze taveernes zorgden regelmatig voor de bekende overlast en klachten. Volgens bravere burgers was het in deze'dronken huyskens'een va-et-vient van boeven, hoeren en landlopers. De waarden waren ook niet altijd even solide en raakten nog wel eens diep in de schulden bij Haarlemse brouwers. In De Swaen, alias het Rechthuis, zullen al te onstichtelijke taferelen zich gewoonlijk niet hebben afgespeeld, zeker niet als schout en schepenen zitting hielden in hun Regtkamer. Hoe die was ingericht weten we uit beschrijvingen van de inventaris. Er stonden drie tafels, zestien stoelen, een kolomkachel en een mooie kist uit 1597, bevattende de voor bestuur en rechtspraak belangrijke documenten. Deze Rechtkist, versierd met de wapens van Brederode en Tetterode, is helaas verloren gegaan. Verder was er een spiegel en een tinnen inktkoker met pennen. Voor de ramen hingen linnen ophaalgordijnen en in de vensterbanken stonden bloempotten. Dat lijkt niet ongezellig maar laten we niet vergeten dat hier wel degelijk gestreng recht werd gesproken en dat er niet malse straffen konden worden opgelegd. Niet voor niets stond vóór het Rechthuis een'paleye'waaraan veroordeelde schelmen aan de kaak werden gesteld, tot lering en vermaak van het gemeen. Zwaardere lijfstraffen werden voltrokken voor het stadhuis van Haarlem, waar de nodige justitiële expertise voorhanden was. Het was niet altijd botertje tot de boom tussen de waard en schout en schepenen. In 1730 zochten ze zelfs een ander onderkomen in herberg De Gouden Leeuw, bij de Hospesbrug over de Brouwersvaart. Aanleiding was het ongehoorde feit dat de waardin, Antie Banke, weduwe van waard Frans Jansz. Davits 'geweest zijnde lid van de nederduitsche gereformeerde kerk, wonende in de herberg van het dorp van Tetterode over het klokhuys, alwaer het Regthuys wierd gehouden, wederstaat te trouwen meteen man van de Roomsche religie en met deze die religie had aangenomen'. Door paapsgezinden wensten de heren niet bediend te worden. Hoe dit geschil is opgelost weten we niet, maar na enige tijd zijn ze toch weer naar hun oude stek terug gekeerd. www.onsbloemendaal.nl nr. 2 zomer 2013 17

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2013 | | pagina 17