erinn 'Van Ouds het Raadhuis' (2) www.onsbloemendaal.nl nr. 3 najaar 2013 27 In het vorige tijdschrift kwam de geschiedenis van Van Ouds het Raadhuis aan bod tot de periode vlak na de oorlog. Deze keer komt de periode vanaf 15165 tot aan vandaag aan de beurt. Piet van der Ham Vanaf 1965 ging Haarlem steeds meer mensen, die (nog) niet in aanmerking kwamen voor een zelfstandige huurwoning (daklozen), verwijzen naar pensions. Van Ouds het Raadhuis was een van de pensions dat weliswaar niet binnen de gemeente Haarlem, maar wel op korte afstand van de gemeentegrens lag. Ook zochten gastarbeiders die in Haarlemse bedrijven werkten een verblijfplaats in Van Ouds het Raadhuis. Door het intensieve gebruik van het pand in voorgaande jaren, het slechte onderhoud en de onduidelijke verhouding tussen de achtereenvolgende eigenaren en pachters/beheerders, verloedert het pand. Het prestigieuze hotel van weleer verwordt tot een brandgevaarlijk, uitgewoond pakhuis van daklozen en gastarbeiders. In 1970 krijgt een conflict over het omgaan met de bewoners tussen de eigenaar, het echtpaar Hoornik en de beheerders, de familie Holwerda, veel publiciteit in de plaatselijke kranten. Dan komt ook de erbarmelijke toestand van het pand in de openbare discussie. Het hoogtepunt van de commotie is een interpellatie over Van Ouds het Raadhuis door het PvdA raadslid Wim Mensink in de Haarlemse gemeenteraad op 6 januari 1971. Dat is bijzonder omdat het pand deel uitmaakt van het Bloemendaalse grondgebied en daarom niet het gemeentebestuur van Haarlem, maar dat van Bloemendaal verantwoordelijk is voor de gang van zaken in en rondom Van Ouds het Raadhuis. Haarlem had echter vaak via de Algemene bijstandswet de kosten betaald van dakloze personen en gezinnen uit Haarlem en veel gastarbeiders hadden een binding met Haarlemse bedrijven. Daarom voelde ook Haarlem zich verantwoordelijk voor de slechte toestanden in Van Ouds het Raadhuis. Wethouder Dirk Spek van Haarlem, die zelf ging kijken, zegt in de Haarlemse gemeenteraad:'Wij zagen stopcontacten met losliggende bedrading,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2013 | | pagina 27