www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2014
ouwmeesters",
JË noemden J.
Mulder Hz. en
J. A. van Asdonk
zichzelf in hun
briefhoofd en dat deden ze niet
voor niets. Geen van beiden waren
hoog opgeleide architecten maar
mannen van eenvoudige komaf,
die van jongs af aan het vak in de
praktijk hadden geleerd. En hoe!
Jannes Mulder werd in 1882 in
het Gelderse Terwolde geboren,
als zoon van een aannemer;
Jacob van Asdonk een jaar later
in Den Haag en zijn vader was
timmerman. Allebei gingen ze in
de bouw en leerden elkaar kennen
toen ze in 1907 als bouwkundig
tekenaar en opzichter werkzaam
waren bij de bouw van het
landhuis Duin en Kruidberg,
door het gerenommeerde
Haagse architectenbureau Van
Nieukerken. In die tijd waren ze
samen gehuisvest in de boerderij
De Kruidberg, tegenover de
ingang van het landgoed. Daar
werd de grondslag gelegd voor
een langdurige en vruchtbare
samenwerking. Toen in 1909 het
werk aan dat imposante landhuis
er op zat, besloten ze voor zichzelf
te beginnen in het naburige
Bloemendaal.
Forensendorp
Dat bleek geen onverstandige
keus. Het forensendorp in
opkomst bood mogelijkheden
te over. Ze vestigden zich boven
een dameskapsalon aan de
Bloemendaalseweg 14 en in die
nieuwe winkelstraat kregen ze hun
eerste, bescheiden, opdrachten.
Een daarvan was de nog altijd
bestaande pui van het pand
Bloemendaalseweg 28, thans
restaurant La Capannina. In 1910
tekenden ze al voor een fors
winkelpand voor slagerij Kohier, op
de hoek van de Bloemendaalseweg
en de Zomerzorgerlaan, dat nu
onderdak biedt aan bakkerij Van
Vessem. Al snel kwam het nog
grotere werk. In 1915 mochten ze
van de gemeente de inrichting
van de Openbare Begraafplaats
aan de Bergweg ontwerpen,
waarbij zij ook vorm gaven aan
een conciërgewoning, de aula en
het mortuarium, in historiserende
trant. In dezelfde stijl ontwierpen
ze het jaar daarop de nieuwe
consistoriekamer voor de
Nederlands hervormde kerk.
Tot dusver muntten hun ontwerpen
niet uit door durf en originaliteit
maar dat dat anders kon, bewezen
ze in 1922, geïnspireerd door
de'roaring twenties'. Naast hun
brave slagerij Kohier plaatsten
ze een 'statement'en dat nog
wel voor een speciaalzaak in
damesmodeartikelen, de fa.
Wisbrun Liffmann (thans de
drankenhandel Gall Gall), in
de vooruitstrevende stijl van de
Amsterdamse School. Het levert
een leuke ervaring op om deze
buren eens te vergelijken: een
wereld van verschil in amper twaalf
jaar. Evenmin als hun concurrent
Van Kempen met wie ze regelmatig
vakbroederlijk samen werkten,
voelden Jannes en Jacob zich
gebonden aan één stijl. Dat zou
ook blijken bij de realisatie van
hun eerste grote project: het
Kinheimpark.
Kinheimpark
Deze grote onderneming was
slechts één van de vele van de
projectontwikkelaar die zo'n sterk
stempel heeft gedrukt op de
ontwikkeling van onze gemeente:
de N.V. Binnenlandsche Exploitatie
Maatschappij van Onroerende
Goederen, opgericht te Haarlem
in het jaar 1895. Tot de oprichters
van de Binnenlandsche, zoals de
vennootschap in de wandeling
werd genoemd, behoorden de
gevestigde Haarlemse architecten
J.A.G. en A. van der Steur en de
aannemer G.P.J. Beccari.
De primaire doelstelling was de
profijtelijke aanleg c.q. exploitatie
van villaparken. Het eerste project
van de Binnenlandsche in de
gemeente Bloemendaal was de
aanleg van het villapark Duin en
Daal. Het werd niet alleen zakelijk
een succes maar ook esthetisch,
zoals we achteraf kunnen vast
stellen. Door middel van een
servituut behield de maatschappij
zich het recht voor om ook na de
verkoop van percelen toezicht te
houden op de kwaliteit van de
bebouwing en uitwassen konden
zo in de kiem worden gesmoord. In
kleinere plannen als Kweekduin in
'Mulder en Van Asdonk, inmiddels redelijk gearriveerd
en in de kracht van hun leven, kregen nu hun grote kans'