22 www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2014 Spitsuren Er werd op de Zandvoortse lijn altijd met gekoppelde rijtuigen gereden, waarbij de Métallurgique- en Beynes- tramtreinen uit de eenheid motorwagen-bijwagen-motorwagen bestonden, op stille uren teruggebracht tot twee gekoppelde motorwagens en tijdens de spits vaak uitgebreid met een extra motorwagen. Bij de Boedapesters was daarentegen één (sterke) motorwagen geplaatst tussen twee bijwagens, elk voorzien van een bestuurderscabine, waardoor de unieke samenstelling bijwagen-motorwagen bijwagen ontstond, op stille uren teruggebracht tot een tweewagenstel. Tijdens de spitsuren reed er op werkdagen als extra dienst 's morgens naar Amsterdam (in de namiddag terug) een bijzondere trektram bestaande uit een Boedapester- motorwagen en drie Hamburger-aanhangrijtuigen. Als die forensentram met kenmerkend geluid in de morgen even voor achten bij de halte Viersprong vertrok, wist ik dat het de hoogste tijd was om op te staan teneinde niet te laat op school te komen. Mijn vriendjes en ik vonden de langsrijdende tramtreinen altijd erg spannend. Zondags op weg naar de jeugdkerk gaf het ons een grote vreugde om het voor de collectezak bestemde dubbeltje op de rails te leggen, waardoor dit door een passerende tramtrein tot het formaat van een rijksdaalder werd geplet. Maar er zijn ook droeve herinneringen. Zoals de zware Boedapester die moest worden opgevijzeld omdat er iemand bij de Viersprong onder de tram was gekomen. Of de uit Zandvoort terugkerende strandtram waarvan de achterste (dus ongebruikte) bestuurderscabine was gereserveerd voor een moeder met haar kinderen van wie de man zojuist was verdronken in zee. Dienstuitvoering De verbinding Zandvoort-Amsterdam behoorde tot de drukste interlokale tramlijnen van Europa; in 1956 werden ruim zeven miljoen reizigers vervoerd! De reistijd tussen beide eindpunten bedroeg ongeveer een uur, waarbij door de Boedapesters op de vrije baan tussen Haarlem en Sloterdijk met een snelheid van rond de zestig kilometer per uur werd gereden. Tijdens de spitsuren vervoerde de NZH op deze lijn op werkdagen vele honderden forensen comfortabel naar en van de Amsterdamse binnenstad, op loopafstand van de beurs en de daar toen nog aanwezige banken en handelshuizen; er werd dan een vijf minuten dienst gereden, 's Middags gingen hun echtgenotes met de tram naar Haarlem om te winkelen, 's Avonds werd de tram gebruikt voor bezoek aan bioscoop of theater. Zondags en in de vakanties bij goed weer, was er druk strandvervoer waarbij alle beschikbaar materieel werd ingezet. En soms gebruikte een scholier, zoals ik, op een vrije middag de Blauwe Tram om de grote stad Amsterdam te gaan verkennen. Staande op het open balkon snoof ik de 'vrije stadslucht' in en besloot later in de hoofdstad te gaan studeren. Op het Haarlemse Houtplein kruisten de Zandvoortse tramtreinen tot eind 1948 met de moderne gelede NZH-trams naar en van Leiden en de kleine stadstrams die heen en weer reden tussen het Haarlemse Soendaplein en de Heemsteedse Glipperweg. Hier werd over en weer aansluiting gegeven. Uitwisseling van materieel was echter zonder verandering van draaistellen niet mogelijk omdat deze lijnen verschillende spoorwijdte hadden. De remises en werkplaatsen van de normaalsporige Leidse lijn bevonden zich aan de beide eindpunten in Haarlem Noord en bij het Leidse station, terwijl de smalsporige Zandvoortse lijn overeen uitgebreid NZH 'Beynes'tram bij de halte Aerdenhout Eerste tram Haarlem-Zandvoort 1899 1. Remise Leidsevaart -LREEMHOW !«tf tkr'iEerilcJictlïEl, fj-irmipsy^lij. MaAIU.KM. Uiig, Anten !1o»e.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2014 | | pagina 22