24 www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2014 In de nacht van 31 augustus op 1 september 1957 reden de laatste trams, tot grote verbazing van de NZH-directie zowel in Amsterdam als in Haarlem uitgeluid door vele duizenden teleurgestelde tramliefhebbers, onder wie ik als inmiddels jonge Amsterdamse student. Als enige tastbare herinnering bleef mij een zelf vervaardigd plakboek met foto's en krantenknipsels. Na de verbussing daalde het aantal passagiers. De forensen weken voor een deel uit naar de trein of namen voortaan de inmiddels aangeschafte auto terwijl in het weekeinde de nieuwe bussen met Amsterdamse strandgasten vastliepen in de files naar en van Zandvoort, waardoor ook die passagiers liever de trein namen op het nieuw geopende NS-station Sloterdijk. Deze geschiedenis herhaalde zich in 1960 en 1961 te Leiden, waar de stadstram en alle interlokale tramverbindingen, ook die van de Gele Tram, werden verbust.Tien jaar later betreurde de provincie Zuid- Holland deze kapitaalvernietiging en ook bij de NZH rees later twijfel over het besluit tot opheffing van alle tramlijnen.Toenmalig directeur Testa merkte in 1986 op in het voorwoord van een boekje dat werd uitgegeven ter gelegenheid van de voltooide restauratie van een Boedapester:"Wij zijn nu vele jaren verder en beginnen ons af te vragen of de juiste beslissingen zijn genomen." Tot op heden wordt in Zuid-Holland, nog steeds zonder succes, getracht om in ieder geval de kustlijnen weer te vertrammen. In Amsterdam was de route Raadhuisstraat- Rozengracht al spoedig nadat de Blauwe Tram was verdwenen weer volop in gebruik voor de naar de nieuwe buitenwijken rijdende, inmiddels aangeschafte moderne gelede stadstrams. De plaatsgevonden verbussing van tramlijn 17 werd weer teruggedraaid, terwijl de in de Admiraal de Ruijterweg opgebroken NZH-rails in 1982 werden herlegd voor de nieuwe tramlijn 12 naar Sloterdijk als opvolger van de 'kikker'. Zelfs werd er later een interlokale tramverbinding naar Amstelveen aangelegd. Kortom, de tram was in de hoofdstad na enkele decennia, weer geheel in ere hersteld. Als de Amsterdamse concessie destijds niet voor vijftig, maar voor honderd jaar was verleend, zou deze ongetwijfeld aan het begin van deze eeuw zijn verlengd. Dan had de Blauwe Tram, uiteraard in moderne vorm, nog door Aerdenhout gereden. Regelmatig denk ik met enige weemoed terug aan de BlauweTram in Aerdenhout en groot was mijn vreugde toen mijn echtgenote mij onlangs voor mijn verjaardag een prachtig model van een Boedapester cadeau gaf! Fysieke herinneringen aan de Blauwe Tram zijn er binnen de gemeen te Bloemendaal nauwelijks, maar die zijn nog wel te vinden in het NZH Vervoer Museum aan de Leidsevaart 396 (rechts achter op het voormalige remiseterrein), waar een drietal geredde voertuigen staat: de potwagen, teruggebracht in de staat van rond 1920 als stadstram naar Bloemendaal, een Métallurgique- motorrijtuig dat voor het laatst dienst deed op de lijn naar Volendam (thans in restauratie), alsmede de enig overgebleven fraai gerestaureerde Boedapester- bijwagen die zowel in Leiden als op de Zandvoortse lijn heeft gereden. Voor nadere informatie: www.nzh- vervoermuseum.nlOp internet kan onder de Blauwe Tram'een aantal filmpjes over de lijn van Amsterdam naar Zandvoord worden bekeken. Er is veel literatuur over de Blauwe Tram; het laatst verschenen boek is dat van LJ.P. Albers, "Blauwe Tramlijnen in kleur" (Uquilair 2006) met fraaie foto's van de lijnen Amsterdam- Volendam en Amsterdam-Zandvoort. De afgedrukte foto's 1 t/m5zijnin 1956 en 1957 vervaardigd door de heer LJ.P. Albers, die zo vriendelijk was toestemming tot reproductie te geven. 4. De 'Beynes' tram bij een halte te 5. NZH 'Boedapester' tramstel, als C-dienst Zandvoort-Amsterdam, Aerdenhout vertrekt van de halte Tempeliersstraat te Haarlem, 9 augustus 1956

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2014 | | pagina 24