n-j" búm m mvr
-1
HEEMSTEDE, 14 April 1908.
Xl
GAS.
/la/z
den Raad der Gemeente
HAARLEM.
Bij adres van 10 Juni 1905 werd door ons aan Uwen
Raad vergunning gevraagd tot het Ieggen en hebben van
gasbuizen in wegen en gronden aan de gemeente Haarlem
in privaat eigendom toebehoorende, doch gelegen binnen de
gemeente Heemstede en tot het plaatsen en hebben van
lantaarnpalen.
Sedert zijn met het College van Burgemeester en Wet-
houders Uwer gemeente onderhandelingen gevoerd over
dit onderwerp.
Genoemd College stelde zich daarbij op het standpunt.
dat inwilliging van het verzoek niet zou zijn in het be-
lang Uwer gemeente, en wilde voor Uwe gemeente de
Verlichtingsconcessie bekomen in het gedeelte van Heem-
stede, dat volgens het in 1902 door Gedeputeerde Staten
opgemaakt wetsontwerp tot grenswijziging aan de gemeen-
te Haarlem zou worden toegevoegd.
Wij hebben vermoed, dat Uw Dagelijksch Bestuur met
het oog op die grenswijziging dit verlangen te kennen
gaf, en ofschoon dezerzijds ten krachtigste was geprotes-
teerd tegen dat ontwerp en wij hoop koesterden, dat dit
ontwerp niet tot wet zou worden verheven, hebben wij
gemeend om, terwijl de beslissing nog niet gevallen was,
de onderhandelingen te moeten voortzetten, vooral omdat
wij spoedig zekerheid wenschten te hebben, waar door
ons gas geleverd zou kunnen worden.
Toen wij echter bij schrijven van H. H. Gedeputeerde
Staten, dd. 17 Oct. 1906, de mededeeling mochten ontvangen,
dat de Minister van Binnenlandsche zaken er van af had ge-
zien de indiening van een ontwerp van wet tot grenswij-
ziging tusschen Haarlem en omliggende gemeenten bij de
Staten - Generaal te bevorderen en het ons gebleken was,
dat zulks geheel overeenkwam met de wenschen van
Uwen Raad, was er naar onze meening geen reden meer,
die inwilliging van ons verzoek tegen kon houden en wij