Openbare Vergndering
Raad der Gemeente Heemstede,
op Donderdag, den 4 Juni 1908,
des namiddags om half acht uur.
Tegenwoordig de Heeren: Mr. D. E. VAN LENNEP,
Burgemeester. A. VAN DER WElDEN, en J. H. M. VAN
Houten Wethouders, A. H. VAN WlCKEVOORT Crommelin,
A. HONIG, Q. VAN DEN BERG, H. H. HöCKER. W. C. VAN
Mseuwen, j. c. VAN der Eijken, J. Beelen, en Dr. E.
A. M. Droog, Raadsleden en A. A. SwOLFS, Secretaris.
Er is eene vacature wegens het overlijden van den heer
1 H. Peeperkorn.
Gedachte- De Voorzitter opent de Vergadering en verzoekt de Raads-
nisrede op leden, alvorens tot behandeling der agenda over te gaan
wiilen den even te willen opstaan.
heer H. Nadat door allen aan dit verzoek is voldaan, houdt de
Peeperkorn. Voorzitter de volgende rede:
Laat mii, Mijne Heeren, met enkele woorden trachten
weer te geven datgene, waarmede wij thans vervuld wor-
den, nu wij voor de eerste maal in Vergadering bijeen
zijn' sedert het overlijden van uw hooggeacht medelid den
heer Hendrikus Peeperkorn.
Hij was een goed man, een îlink man, een oprecht man.
Een goed man, omdat hij trouv/ de plichten heeft ver-
vuld, welke hij te vervullen had.
Een fiink man, omdat hij wist, wat hij wilde, en toch
het betere in eens anders oordeel waardeerde.
Ëen oprecht man, omdat hij eerlijk en rondborstig voor
zijn meening durtde uitkomen.
Hij heeft ons allen, zooals wij hier te zamen zijn, in
dit College zien komen, en velen vöör ons, want hij îs
ruim 47 jaar Iid van den Raad geweest, en tweemaal, te
zamen gedurende 80 jaren, was hij Wethouder.
VAN DEN