4
De heer Honig maakt de opmerking dat volgens art. 4
al. 2, de vergaderingen worden belegd door den Voorzitter
der Commissie, doch vraagt, wat zal geschieden, als die
Voorzitter dit niet verkiest te doen.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat als de Voorzitter
der Commissie weigert eene vergadering te beleggen, hij
daartoe feitelijk niet kan gedwongen worden. Uit de verder
over deze zaak gevoerde wisseling van gedachten blijkt,
dat het zeer moeielijk is eene andere regeling te maken,
waarna de heer Dr. Droog zegt, dat in zulk geval de an'
dere Commissie-leden de zaak in de Raadsvergadering
kunnen ter sprake brengen en een onwillige Voorzitter
daar dan op zijne plaats kan gezet vvorden.
De Voorzitter is het hiermede eens en wijst verder er
op, dat volgens art. 3, al. 1, der instructie de Gemeenteraad
tusschentijds de Ieden kan ontslaan, hetgeen een correctief
vormt tegen misbruik.
Overigens meent spreker dat deze zaak in de praktijk
geen bezwaren zai opleveren.
Hierna wordt algemeen goedgevondeu art. 4, ai. 2, on-
gewijzigd te laten.
De heer Honig merkt verder op, dat in art. 10 der In-
structie voor de Gascommissie wordt gezegd, dat deze
den dienst van het personeel regelt en in art. 2,3°, der In-
structie voor den Directeur, dat hij belast is met 'de rege-
ling der werkzaamheden van het aan de fabriek verbonden
personeel.
De Voorzitter zet uiteen, dat in het eerste geval bedoeld
wordt de regeling der diensturen en in het tweede geval de
Vii werkzaamheden, die tijdens de diensturen moeten°verricht
Instructie worden.
voor den Hierna wordt de Instructie voor de Gascommissie met
Directeur algcmeene stemmen ongewijzigd vastgesteld.
der ,n behandeling komt nu de Instructie voor den Directeur
Gasfabriek. der Gasfabriek, luidende als volgt:
..lnstructie voor den Directeur der Gemeente-Gasfabriek
te Heemstede" Art. 1. De Directeur enz.