5
De heer Dr. Droog merkt op, dat volgens art. 5, al. 4,
niemand zonder schriftelijke toestemming het terrein of de
gebouwen zal mogen betreden, spreker meent, dat deze be-
paling bezwaren zal opleveren in verband met art. 7, waar-
in wordt gesproken, dat op het kantoor door reclamanten
klachten in een boek kunnen worden ingeschreven.
De gegrondheid van deze opmerking wordt algemeen
erkend, waarom wordt besloten al. 4 van art. 5 te wijzi-
gen als volgt
Zonder schriftelijke toestemming van Burgemeester en
Wethouders of van de Comniissie zal niemand de fabrieks-
gebouwen mogen betreden.
De heer Honig zegt, dat volgens art. 10, al. 4, de Di-
resteur verplicht is de opname der meters persoonlijk te
controleeren en vraagt, of deze contrôle door den Direc-
teur maandelijks moet geschieden van alle meters.
De Voorzitter zegt, dat dit niet de bedoeling is, maar
wel dat de Directeur van tijd tot tijd als contrôle op den
fitter in diverse perceelen de opname zal nagaan, terwijl
hij dan aan de Gascommissie rapport uitbrengt, welke me-
ters door hem gecontroleerd zijn.
Spreker stelt hierom voor in den vierden regel van al.
4 van art. 10 de woorden,, opname der meters" te ver-
vangen door de woorden,, opname van meters."
Dit wordt algemeen goedgevonden.
De heer Dr. Droog stelt voor in al. 2 van art. 1 in
plaats van ,.Op voorstel, zoo," te lezen Op voorstel,
zoowel", omdat hij meent, dat daardoor de duidelijkheid
wordt verhoogd.
De Raad kan dit algemeen goedvinden.
De heer Dr. Droog vraagt in verband met de redactie van
art. 3, hoe bij den bouw der fabriek de verhouding zal
zijn tusschen den Directeur en de opzichters, waarop de
Voorzitter antwoordt, dat de opzichters staan onder den
Directeur.
Hierna zegt de heer Dr. Droog, dat hij de bepaling van