8 Art. 25. De aanvrager is aansprakelijk voor de zorgvuldige be- handeling der aangebrachle voorwerpen en gehouden, die aan het einde van het gebruik in goeden staat aan de ge- meente-gasfabriek terug te geven. Alle schade aan dienstleiding of muntgas-installatie aan- gebracht, anders dan door het gewone gasverbruik, wordt vanwege de gemeente-gasfabriek op kosten van den ver- bruiker hersteld. De betaling geschiedt op de wijze bedoeld in artt. 18 en 19. Kousjes, stiften, glazen en kappen mogen ook vanwege den verbruiker vernieuwd worden. Art. 26. Tegelijk met de opneming van de meter-aanwijzing, be- doeld in art. 6, heeft, zoo het een muntmeter betreft, de ophaling der muntstukken plaats. De verbruiker kan bij de opneming tegenwoordig zijn, en ontvangt uit een daarvoor bestemd register. een strook, bevattende opgaven van de aanwijzingen omtrent gasver- bruik en ingeworpen muntstukken bij deze en de vorige opneming, van de hoeveelheid verbruikt gas en opgehaal- de muntstukken. Art. 27. Wanneer, na opneming van de muntmeter-aanwijzing blijkt, dat het getal gebruikte M3 gas niet overeenkomt met het getal ingeworpen, verbruikte muntstukken(den prijs be- rekend volgens art.28 dezer verordening) dan wordt de aanwijzing van het gasverbruik als juist aangenomen. Het te veel betaalde wordt teruggegeven, terwijl het te weinig betaalde moet worden bijgepast. Art. 28. De prijs van het gas, geleverd over een muntmeter, be- draagt acht cent per M3. N°ch voor den muntmeter, noch voor de muntgas-in

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1908 | | pagina 12